Dag 17 Maandag 1-10-’08 Naar de waterval en weer een kampvuur
Ik dacht dat het al half zeven was, en stak mijn eerste pilletje in mijn mond, maar toen ik nog eens keek, bleek het pas half zes te zijn. Gauw het pilletje weer uit mijn mond gehaald (anders mocht ik niet meer gaan liggen) en weer mijn slaapzak ingedoken. Om 7 uur liep de wekker af, en ik kon heerlijk alles op mijn gemak doen. Heel langzaam warmde de zon op, en alle geitjes liepen om onze tentjes. Dit was kennelijk hun gebied, wij waren de indringers.
Na het ontbijt gingen we naar de waterval. Na een flinke rit met veel kuilen en hobbels, kwamen we bij, nee nog niet bij de waterval, maar bij de andere busjes, en van hier gingen we te voet verder.
Ineens keken we in de diepte, en daar stortte de waterval zich naar beneden, ik zag de fles met Crystal Clear er al tussen schemeren. Oh nee, dat was een reclame, mijn fantasie ging even op de loop. Beneden zagen we leden van de Duitse groep lopen. Met een grote omweg en veel geklauter kwamen wij ook beneden en een beekje voerde ons naar de waterval. Zo zagen we het nog beter. Iedereen zocht een mooi plekje uit om een foto te maken. Daarna zocht ik een lekker plekje tussen de stenen op, om mijn dagboek bij te werken. Net toen ik lekker zat was het alweer tijd om terug te gaan. We moesten nog even flink omhoog klauteren, en ik hijgde als een stoomtrein. Het was ook mijn slaap uurtje, wat ik daarna maar in de bus nam. Dat was niet zo gunstig, want door die hobbels sloeg mijn dommelende hoofd hard tegen de zijkant.
We stopten nog bij een soort kerkhof uit het jaar 800, waar Turken lagen, die door de Mongolen waren verslagen. De geiten vonden er beschutting en lagen er lekker tussen. Ze deden me een beetje aan de menhirs denken. Net toen ik me weer had neergevleid, hoorde ik zeggen, we gaan weer. Ja, we gingen naar huis (tent), waar nu alle paardjes in en bij de rivier stonden. Onze lunch stond al op tafel. Het was zo als altijd erg lekker. Onderhand vlogen de roofvogels over onze hoofden, ik dacht dat het buizerds waren. Ze maakten grappige geluiden. Ik kreeg er toch nog één op de foto. Daarna zagen we de buien aankomen. Het zag er nogal dreigend uit. Ik dook maar snel mijn tentje in, waar ik eerst wat geslapen heb, dan nog geschreven, en toen maar geluisterd naar het klapperen van de tent in de wind. Het weer klaarde gelukkig weer een beetje op, en toen ik buiten kwam stonden alle jacks bij de rivier, dat heb ik een beetje gefilmd. Ze stonden aan beide zijden van het water, maar die aan onze kant liepen gewoon door het water naar de overkant. Een jong kwam weer terug om bij de moeder te drinken, want die loeide heel hard, kom hier je moet nog wat drinken.
Na het eten gingen we hout sprokkelen, om voor de laatste keer een kampvuur te maken, dat lukte goed, en was lekker warm, net als gisteren. Alleen gingen we er nu toch bij zingen. Merendeel kinderliedjes, totdat het te koud werd en we allemaal de tent indoken. Ik moest er nog even uit, en werd afgeleid door een flink licht in de verte, daardoor was ik ook mijn oriëntatie kwijt, maar al snel wist ik het zeker, die daar was mijn tentje. Wat schrok ik toen ik de tent wilde openritsen en opeens de stem van Erik hoorde :,, wat moet dat Isabel” ? Oh jee dat was dus toch niet mijn tent, nu maar even goed kijken. Dit keer was ik goed, en dook snel naar binnen. Verder heb ik goed geslapen en was op tijd op, want de tentjes moesten nu wel afgebroken worden.
woensdag, januari 28, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten