24 Maandag 8-9-’08 Beijing Amsterdam
Alles op tijd klaar. De blauwe tas laten staan en alles ging keurig in de rode, dat was echt een verschil. Ik had nu precies 20 kilo bagage. In de luchthaven raakte ik wel mijn flesje water en het halve flesje wodka bij de beveiliging kwijt, ook mijn kleine zaklantaarntje met benzine aansteker ging naar de beveiliging. Ik vraag mij dan altijd af wat ze met al die spullen doen. Nu ja het was geen ramp. In het vliegtuig kregen we genoeg te eten en te drinken. Nog een beetje gewinkeld, het laatste geld opgemaakt, en ingecheckt. Het was een Boeing747. Ik zat in het midden, niet zo’n goede plaats om een film te bekijken, het ene scherm hing te ver af, het andere recht boven mijn hoofd, als ik daar naar keek was dat goed voor een stijve nek.
Ik kon nog net op het nippertje een sms’je versturen, dat ik een uur eerder aan zou komen. Ik was benieuwd of iemand me zou komen ophalen, of dat ik een taxi moest nemen. Ik kreeg een sms’je terug, ik weet het niet, ik denk, misschien toch een taxi, bel me maar. Nou dat was duidelijk. De vlucht verliep rustig en uiteindelijk, na een beetje puzzelen, lezen, slapen, eten en een beetje film kijken waren we dan op Schiphol. Eén telefoontje vertelde mij dat ik een taxi moest nemen. En zo belandde ik weer veilig bij mijn eigen huisje, waar aan de andere kant van de sloot alles gesloopt was en ik opeens vanuit mijn tuin een wijd uitzicht had. Zie je, ben je even weg, is meteen je omgeving veranderd. Maar ja ik had deze reis toch echt niet willen missen, ik noemde het een vakantie van uitersten. Mooie hotels en slapen in een tentje, heel warm in Moskow, en heel koud in Mongolië. Comfortabel naar Moskow vliegen en hobbelen in Mongolië, slapen in een trein, en afgesloten toiletten. Wat een uitdagingen, het was geweldig, terwijl ik deze hele reis weer helemaal uit typ, beleef ik het allemaal weer opnieuw, maar nu vanaf mijn lekkere stoel in mijn hobby kamer, wat een weelde
vrijdag, januari 30, 2009
Trans Syberian Dag 23 Zondag 7-9-'08 Beijing
23 Zondag 7-9-’08 Beijing De Verboden Stad, Hutongs en de avondmarkt
Jelle, José en ik vertrokken al vroeg richting het plein van de Hemelse Vrede en de Verboden Stad. Het regende, dat het goot, en meteen stond er al een paraplu verkopertje voor ons neus. Voor 1 $ liep je droog. Jelle bracht ons er heen. Het was een heel groot plein met grote gebouwen er om heen, iedereen liep met een paraplu. Door ondergrondse wegen werden we naar de Verboden Stad geleid. Wel natuurlijk weer een security check.
We spraken om 7 uur met Jelle in het hotel af voor ons laatste diner in Beijing. José en ik namen een sound gids, waar ook een plattegrond bij zat. De rest van de groep waren allemaal hun eigen weg gegaan. Shopping of op zoek naar een ondergrondse stad. Wij lieten ons leiden door onze onzichtbare, perfect Nederlands sprekende, gids. Van het ene paleis naar het volgende paleis, waarbij we ons onderhand probeerden voor te stellen hoe het ooit was geweest, toen het nog bewoond was. De film ,,The last Emperor,, was hier op genomen, en gaf een goed tijdsbeeld. Na # 2 uur wandelen en kijken, konden we geen paleis meer zien, en we wilden weer naar het hotel. Net toen we stonden te bedenken, welke kant we uit moesten lopen, kwam er man naar ons toe en vroeg, of we met een riksja naar ons hotel wilden. Ja, dat wilden we wel. Op de een of andere manier had hij het over de Hutongs, ook laten zien en zei, dat het 50 Yuan kostte. Ok zeiden we. We moesten daar wel 3 minuten naar zijn riksja voor lopen. Nu ja, die 3 minuten werden 10 minuten, maar uiteindelijk toverde hij toch, zijn riksja onder een zijl vandaan. Een heel oud karkas, dat met rood fluweel bekleed was.
De Hutongs is een gedeelte van Beijing waar 700 jaar geleden de Mongolen woonden, het is ook een Mongools woord voor waterput. We kregen een heuse rondleiding met veel uitleg, en we mochten binnenkijken in de binnenplaatsen , waar verschillende families tezamen woonden.
Er was geen toilet bij, maar wel een keurig schoon openbaar toilet in de straat. Dat heeft iedere straat. De straatjes zijn smal, er kan net een auto doorheen, maar zo te zien is dat verboden. Je kunt aan de gebogen puntdaken en oude pannen zien, dat hun buurt al zo
oud was. We stopten bij een theehuis, waar we allerlei theesoorten moesten proeven. Dat was een heel ritueel en heel schoon, de kopjes werden telkens weer uitgekookt. Er stond een prachtig stuk hout als aanrecht, alias tafel om van te drinken. Er stond een glas met een handgemaakte theebal, die zich langzaam ontvouwde en openging, waaruit 2 rode bloemen omhoog kwamen, dat was de jasmijn thee. Hij verkocht ook bekers, die van voorstelling veranderde als je er heet water in gooide. Onze theeman kwam uit Zuid China, waar de theeplantages zijn. Toen werd het echt tijd om verder te gaan, en onze riksja rijder bracht ons naar de grote weg, waar hij kennelijk niet mocht rijden. Toen kwam het uur van de waarheid. Hij vroeg 200 Yuan, dat was wel iets meer dan 50, die hij gezegd had. José kreeg het tot 180 omlaag en had er ongetwijfeld nog meer af gekregen, maar ik was moe en wilde niet langer meer onderhandelen. Het was erg leuk geweest, en ik wilde nog winkelen. Dus Ok, hij was zeer gelukkig, José iets minder, ze had ook best gelijk, maar ik vond het zonde van mijn tijd, nog langer te onderhandelen. Gauw onze spulletjes in het hotel gedropt, en ons kleine winkelstraatje in, waar we eerst iets gegeten hebben. Dat was niet zo makkelijk te bestellen als niemand Engels spreekt. Maar aan de hand van plaatjes vonden we toch voor ons allebei iets lekkers. Daarna gingen we inkopen doen. Ik kocht een nieuwe weekend tas met wieltjes, mijn oude Foxtas, die op 2 plaatsen gescheurd was kon ik nu weggooien. Ik wilde ook nog Chinese Muziek. Ik vroeg in een soort antiek winkeltje waar ik dat kon kopen, hij had dat niet, maar kon wel zorgen dat hij dat voor mij binnen 5 minuten zou hebben. Onderhand kochten we in een andere winkel weer wat kleine dingen. En zowaar, hij had de cd al en precies degene die ik wilde hebben. Ik heb van hem een foto voor zijn winkel gemaakt, en hij weer een van ons. We hebben nog e-mail adressen uitgewisseld. Maar toen moesten we ons nog haasten, omdat we nog een uurtje voor het eten wilden rusten. Vanavond zouden we in een heel duur restaurant gaan eten van 2 verdiepingen. Wauw, wat een grote zaal met prachtige lampen. Weer kwam alles op het ronde draaiplateau. De eend werd voor ons neus op een apart tafeltje gesneden. Stukjes eend gaan op een dun pannenkoekje met wat saus en groente, dat opgevouwen werd en als een burito gegeten. We kregen er ook alleen maar stokjes bij, en we werden er al heel bedreven mee.
Na de maaltijd gingen we nog snel de avondmarkt over, waar alles wat loopt, kruipt, vliegt of zwemt op een stokje werd geprikt, gebakken en opgegeten. Ook fruit met een soort vloeibare
suiker er over, erg lekker, maar ook erg plakkerig. We waren nog net op tijd, want ze begonnen al in te pakken. Dat herinnerde ons eraan, dat we ook nog moesten inpakken. Met 2 taxi’s naar het hotel.
Morgen half zes op, en zeven uur vertrekken.
Jelle, José en ik vertrokken al vroeg richting het plein van de Hemelse Vrede en de Verboden Stad. Het regende, dat het goot, en meteen stond er al een paraplu verkopertje voor ons neus. Voor 1 $ liep je droog. Jelle bracht ons er heen. Het was een heel groot plein met grote gebouwen er om heen, iedereen liep met een paraplu. Door ondergrondse wegen werden we naar de Verboden Stad geleid. Wel natuurlijk weer een security check.
We spraken om 7 uur met Jelle in het hotel af voor ons laatste diner in Beijing. José en ik namen een sound gids, waar ook een plattegrond bij zat. De rest van de groep waren allemaal hun eigen weg gegaan. Shopping of op zoek naar een ondergrondse stad. Wij lieten ons leiden door onze onzichtbare, perfect Nederlands sprekende, gids. Van het ene paleis naar het volgende paleis, waarbij we ons onderhand probeerden voor te stellen hoe het ooit was geweest, toen het nog bewoond was. De film ,,The last Emperor,, was hier op genomen, en gaf een goed tijdsbeeld. Na # 2 uur wandelen en kijken, konden we geen paleis meer zien, en we wilden weer naar het hotel. Net toen we stonden te bedenken, welke kant we uit moesten lopen, kwam er man naar ons toe en vroeg, of we met een riksja naar ons hotel wilden. Ja, dat wilden we wel. Op de een of andere manier had hij het over de Hutongs, ook laten zien en zei, dat het 50 Yuan kostte. Ok zeiden we. We moesten daar wel 3 minuten naar zijn riksja voor lopen. Nu ja, die 3 minuten werden 10 minuten, maar uiteindelijk toverde hij toch, zijn riksja onder een zijl vandaan. Een heel oud karkas, dat met rood fluweel bekleed was.
De Hutongs is een gedeelte van Beijing waar 700 jaar geleden de Mongolen woonden, het is ook een Mongools woord voor waterput. We kregen een heuse rondleiding met veel uitleg, en we mochten binnenkijken in de binnenplaatsen , waar verschillende families tezamen woonden.
Er was geen toilet bij, maar wel een keurig schoon openbaar toilet in de straat. Dat heeft iedere straat. De straatjes zijn smal, er kan net een auto doorheen, maar zo te zien is dat verboden. Je kunt aan de gebogen puntdaken en oude pannen zien, dat hun buurt al zo
oud was. We stopten bij een theehuis, waar we allerlei theesoorten moesten proeven. Dat was een heel ritueel en heel schoon, de kopjes werden telkens weer uitgekookt. Er stond een prachtig stuk hout als aanrecht, alias tafel om van te drinken. Er stond een glas met een handgemaakte theebal, die zich langzaam ontvouwde en openging, waaruit 2 rode bloemen omhoog kwamen, dat was de jasmijn thee. Hij verkocht ook bekers, die van voorstelling veranderde als je er heet water in gooide. Onze theeman kwam uit Zuid China, waar de theeplantages zijn. Toen werd het echt tijd om verder te gaan, en onze riksja rijder bracht ons naar de grote weg, waar hij kennelijk niet mocht rijden. Toen kwam het uur van de waarheid. Hij vroeg 200 Yuan, dat was wel iets meer dan 50, die hij gezegd had. José kreeg het tot 180 omlaag en had er ongetwijfeld nog meer af gekregen, maar ik was moe en wilde niet langer meer onderhandelen. Het was erg leuk geweest, en ik wilde nog winkelen. Dus Ok, hij was zeer gelukkig, José iets minder, ze had ook best gelijk, maar ik vond het zonde van mijn tijd, nog langer te onderhandelen. Gauw onze spulletjes in het hotel gedropt, en ons kleine winkelstraatje in, waar we eerst iets gegeten hebben. Dat was niet zo makkelijk te bestellen als niemand Engels spreekt. Maar aan de hand van plaatjes vonden we toch voor ons allebei iets lekkers. Daarna gingen we inkopen doen. Ik kocht een nieuwe weekend tas met wieltjes, mijn oude Foxtas, die op 2 plaatsen gescheurd was kon ik nu weggooien. Ik wilde ook nog Chinese Muziek. Ik vroeg in een soort antiek winkeltje waar ik dat kon kopen, hij had dat niet, maar kon wel zorgen dat hij dat voor mij binnen 5 minuten zou hebben. Onderhand kochten we in een andere winkel weer wat kleine dingen. En zowaar, hij had de cd al en precies degene die ik wilde hebben. Ik heb van hem een foto voor zijn winkel gemaakt, en hij weer een van ons. We hebben nog e-mail adressen uitgewisseld. Maar toen moesten we ons nog haasten, omdat we nog een uurtje voor het eten wilden rusten. Vanavond zouden we in een heel duur restaurant gaan eten van 2 verdiepingen. Wauw, wat een grote zaal met prachtige lampen. Weer kwam alles op het ronde draaiplateau. De eend werd voor ons neus op een apart tafeltje gesneden. Stukjes eend gaan op een dun pannenkoekje met wat saus en groente, dat opgevouwen werd en als een burito gegeten. We kregen er ook alleen maar stokjes bij, en we werden er al heel bedreven mee.
Na de maaltijd gingen we nog snel de avondmarkt over, waar alles wat loopt, kruipt, vliegt of zwemt op een stokje werd geprikt, gebakken en opgegeten. Ook fruit met een soort vloeibare
suiker er over, erg lekker, maar ook erg plakkerig. We waren nog net op tijd, want ze begonnen al in te pakken. Dat herinnerde ons eraan, dat we ook nog moesten inpakken. Met 2 taxi’s naar het hotel.
Morgen half zes op, en zeven uur vertrekken.
donderdag, januari 29, 2009
22 Zaterdag 6-9-’08 Beijing Muur en Zomerpaleis
22 Zaterdag 6-9-’08 Beijing Muur en Zomerpaleis
Om 7 uur vertrokken we al met de bus, met onze Chinese gids erbij, een aardig vrouwtje, dat behoorlijk Engels sprak. We reden langs het Olympisch Stadion, dat het vogelnest werd genoemd, en een ander gebouw, dat een vlam voorstelde. Er waren heel veel grote mooie gebouwen, en zoveel prachtige bloemperken, dat het wel de Keukenhof leek. Af en toe zagen we al stukjes van de muur , die al 2000 jaar oud was. Begonnen als een hoge aarden wal, en steeds meer versterkt. Hij werd gebouwd om de Mongolen en andere agressieve stammen tegen te houden. Later werden de verschillende stukken tot één muur verenigd.
Het zag er nog rustig uit. Alles was er goed georganiseerd. Je kreeg een security check voor je de muur op ging, en dan begon het klimmen, sommige treden waren heel hoog en dan weer laag, en dan weer gewoon een steile weg naar boven. Het was echt een hele klim, maar ik had de top bereikt en kon van het uitzicht genieten. Tegen de bergwand stond met grote letters in 2 talen ,,Beijing 2008 One World One Dream,, Jelle vroeg of ik voor de foto steeds een beetje meer gebogen wilde gaan lopen, alsof ik volkomen uitgeput was,. Ik deed dat wel, maar zo uitgeput was ik echt niet hoor! De andere, behalve Kees en José, namen ook nog de andere kant. Voor ons was het zo wel genoeg we maakten nog een paar foto,s bij de vlag, en toen was het koffietijd. De koffie en de souvenirs waren er behoorlijk aan de prijs, maar het was goed om even bij te komen, voordat we weer de bus ingingen.
We gingen naar een restaurant, waar ook een fabriek was voor koperen vazen en klein goed, met meteen een souvenir winkel erbij. Om bij het restaurant te komen moest je door die winkel gaan, slim bedacht hè. In die fabriek mocht je het hele proces volgen. Eerst met koperdraad er figuren opmaken, dan met één kleur emailleverf invullen, dan werd het gebakken, en kon er weer een nieuwe kleur bij gedaan worden en weer gebakken, totdat alles ingekleurd was. Dan moest het nog afgewerkt worden, door het met steeds fijnere stenen te polijsten, zodat er een mooi glad oppervlak ontstond. Het was dan erg mooi, maar ook heel duur. Er stonden vazen van wel 1000 €. Het eten was, zoals we langzamerhand al gewoon waren, weer heerlijk. We zaten aan een ronde tafel met een blad in het midden, dat rond draaide. Ik was nog snel naar de winkel gegaan om een kerstballetje te kopen, ook koper met emaille. We moesten nog een uurtje rijden om bij het zomerpaleis te komen. Ik viel daarbij in slaap en ik was niet de enige. Het zomerpaleis was een heel groot complex met een groot meer, parken en tempels. We gingen met een drakenboot over het meer naar de overkant, waar de marmeren boot lag, niet zomaar een naam, maar echt helemaal van marmer. Om 4 uur zouden we iedereen weer terug vinden bij de Oostelijke uitgang. Op het meer zag je alleen de drakenboten en grote waterfietsen, waar wel een hele familie in paste.
Dit Zomerpaleis staat ook bij het Wereld Erfgoed van de Unesco. Je kon er makkelijk een hele dag doorbrengen, wat veel Chinese families ook deden, die zaten lekker te picknicken in de galerij, die overal langs het meer liep.
We zagen nog de Tempel of Bhudist incense, waar je ook weer helemaal naar de top kon lopen, maar ik vond 1 x de top (van de muur) wel genoeg, en heb grappige leeuwtjes gefotografeerd, en een baby met blote billetjes, omdat zijn pakje van achteren een open spleet had. Dat scheelde waarschijnlijk een heleboel luiers. Er stonden 2 prachtige olifanten helemaal met bloemen begroeid met een ingenieuze sproeinstallatie boven op. Daarna wandelden we rustig verder naar uitgang Oost, waar we iedereen weer troffen, zelfs Kees, die zich zelf af en toe volkomen onzichtbaar schijnt te kunnen maken. Daar kwamen ook enkele van de Duitse groep bij en gezamenlijk gingen we met de bus naar het hotel. Even uitrusten en daarna gingen we met zijn allen naar een restaurant in een straat die helemaal opnieuw gebouwd was, maar wel in oude stijl, en dat alles binnen 1 jaar. Dit keer gingen 3 Duitse Djosers met ons mee. Toen we zaten, en het menu bekeken bleek het ineens 3 x duurder te zijn dan er buiten stond. Waarop Jelle zei, of we krijgen de Chinese prijzen of we vertrekken weer. Dat hielp, we kregen andere menukaarten met de juiste prijzen, en hebben heerlijk gegeten, weer van alles wat.
Midden onder het eten, hoorden we opeens vuurwerk, en iedereen vloog naar buiten om te kijken, ook alle koks. Dat was op het grote plein, voor de opening van de Para Olympics, waar we vanuit ons straatje, precies op konden kijken. Daarna gingen we snel met 2 taxi’s om te kijken of we er in de buurt konden komen. Kaartjes kregen we al niet meer, dat hadden we al geprobeerd, maar we wilden toch iets van de sfeer proeven. Ondanks alle kruip en sluip door pogingen van Jelle lukte het ons niet, om maar ergens in de buurt van het vogelnest (zo werd het Stadium genoemd) te komen. Overal stond politie, als we even de verkeerde straat inliepen, werden we weer teruggeroepen. De hele buurt erom heen was hermetisch afgesloten. Overal werd van alles te koop aangeboden, T-shirts, speldjes en speeltjes. Daarna weer met 2 taxi’s, het uitgaans centrum in. Maar onze ontmoetings plaats was niet helemaal duidelijk geweest en we renden maar achter Jelle aan, die heel op zijn gemak met zijn lange benen voorop liep. Na 100 x vragen, ja hoor daar troffen we de rest van ons gezelschap. Gezamenlijk wandelden we toen naar de Heineken Bar. De bomen waren met gekleurde lichtjes versierd en er stond een grote tv buiten waar ik precies een plaatsje naast kreeg. Met een lekkere cocktail in ons hand konden we zo de openings ceremonie goed volgen. Vooral het zich omhoogtrekken van de man met de vlam was best spannend, maar het lukte hem. Daarna wilde sommige nog naar de Disco, ik wilde wel, maar mijn voeten niet, dus ben ik met José, Linda en Rolf met de taxi naar huis gegaan. Iedere ochtend is het toch weer vroeg op, en ik kom constant een half uur te kort. Het was toch al een opwindende en prachtige avond geweest. De volgende dag hoorde ik, dat ze pas om 4 uur waren thuis gekomen. Gelukkig maar, dat ik niet mee was gegaan.
Om 7 uur vertrokken we al met de bus, met onze Chinese gids erbij, een aardig vrouwtje, dat behoorlijk Engels sprak. We reden langs het Olympisch Stadion, dat het vogelnest werd genoemd, en een ander gebouw, dat een vlam voorstelde. Er waren heel veel grote mooie gebouwen, en zoveel prachtige bloemperken, dat het wel de Keukenhof leek. Af en toe zagen we al stukjes van de muur , die al 2000 jaar oud was. Begonnen als een hoge aarden wal, en steeds meer versterkt. Hij werd gebouwd om de Mongolen en andere agressieve stammen tegen te houden. Later werden de verschillende stukken tot één muur verenigd.
Het zag er nog rustig uit. Alles was er goed georganiseerd. Je kreeg een security check voor je de muur op ging, en dan begon het klimmen, sommige treden waren heel hoog en dan weer laag, en dan weer gewoon een steile weg naar boven. Het was echt een hele klim, maar ik had de top bereikt en kon van het uitzicht genieten. Tegen de bergwand stond met grote letters in 2 talen ,,Beijing 2008 One World One Dream,, Jelle vroeg of ik voor de foto steeds een beetje meer gebogen wilde gaan lopen, alsof ik volkomen uitgeput was,. Ik deed dat wel, maar zo uitgeput was ik echt niet hoor! De andere, behalve Kees en José, namen ook nog de andere kant. Voor ons was het zo wel genoeg we maakten nog een paar foto,s bij de vlag, en toen was het koffietijd. De koffie en de souvenirs waren er behoorlijk aan de prijs, maar het was goed om even bij te komen, voordat we weer de bus ingingen.
We gingen naar een restaurant, waar ook een fabriek was voor koperen vazen en klein goed, met meteen een souvenir winkel erbij. Om bij het restaurant te komen moest je door die winkel gaan, slim bedacht hè. In die fabriek mocht je het hele proces volgen. Eerst met koperdraad er figuren opmaken, dan met één kleur emailleverf invullen, dan werd het gebakken, en kon er weer een nieuwe kleur bij gedaan worden en weer gebakken, totdat alles ingekleurd was. Dan moest het nog afgewerkt worden, door het met steeds fijnere stenen te polijsten, zodat er een mooi glad oppervlak ontstond. Het was dan erg mooi, maar ook heel duur. Er stonden vazen van wel 1000 €. Het eten was, zoals we langzamerhand al gewoon waren, weer heerlijk. We zaten aan een ronde tafel met een blad in het midden, dat rond draaide. Ik was nog snel naar de winkel gegaan om een kerstballetje te kopen, ook koper met emaille. We moesten nog een uurtje rijden om bij het zomerpaleis te komen. Ik viel daarbij in slaap en ik was niet de enige. Het zomerpaleis was een heel groot complex met een groot meer, parken en tempels. We gingen met een drakenboot over het meer naar de overkant, waar de marmeren boot lag, niet zomaar een naam, maar echt helemaal van marmer. Om 4 uur zouden we iedereen weer terug vinden bij de Oostelijke uitgang. Op het meer zag je alleen de drakenboten en grote waterfietsen, waar wel een hele familie in paste.
Dit Zomerpaleis staat ook bij het Wereld Erfgoed van de Unesco. Je kon er makkelijk een hele dag doorbrengen, wat veel Chinese families ook deden, die zaten lekker te picknicken in de galerij, die overal langs het meer liep.
We zagen nog de Tempel of Bhudist incense, waar je ook weer helemaal naar de top kon lopen, maar ik vond 1 x de top (van de muur) wel genoeg, en heb grappige leeuwtjes gefotografeerd, en een baby met blote billetjes, omdat zijn pakje van achteren een open spleet had. Dat scheelde waarschijnlijk een heleboel luiers. Er stonden 2 prachtige olifanten helemaal met bloemen begroeid met een ingenieuze sproeinstallatie boven op. Daarna wandelden we rustig verder naar uitgang Oost, waar we iedereen weer troffen, zelfs Kees, die zich zelf af en toe volkomen onzichtbaar schijnt te kunnen maken. Daar kwamen ook enkele van de Duitse groep bij en gezamenlijk gingen we met de bus naar het hotel. Even uitrusten en daarna gingen we met zijn allen naar een restaurant in een straat die helemaal opnieuw gebouwd was, maar wel in oude stijl, en dat alles binnen 1 jaar. Dit keer gingen 3 Duitse Djosers met ons mee. Toen we zaten, en het menu bekeken bleek het ineens 3 x duurder te zijn dan er buiten stond. Waarop Jelle zei, of we krijgen de Chinese prijzen of we vertrekken weer. Dat hielp, we kregen andere menukaarten met de juiste prijzen, en hebben heerlijk gegeten, weer van alles wat.
Midden onder het eten, hoorden we opeens vuurwerk, en iedereen vloog naar buiten om te kijken, ook alle koks. Dat was op het grote plein, voor de opening van de Para Olympics, waar we vanuit ons straatje, precies op konden kijken. Daarna gingen we snel met 2 taxi’s om te kijken of we er in de buurt konden komen. Kaartjes kregen we al niet meer, dat hadden we al geprobeerd, maar we wilden toch iets van de sfeer proeven. Ondanks alle kruip en sluip door pogingen van Jelle lukte het ons niet, om maar ergens in de buurt van het vogelnest (zo werd het Stadium genoemd) te komen. Overal stond politie, als we even de verkeerde straat inliepen, werden we weer teruggeroepen. De hele buurt erom heen was hermetisch afgesloten. Overal werd van alles te koop aangeboden, T-shirts, speldjes en speeltjes. Daarna weer met 2 taxi’s, het uitgaans centrum in. Maar onze ontmoetings plaats was niet helemaal duidelijk geweest en we renden maar achter Jelle aan, die heel op zijn gemak met zijn lange benen voorop liep. Na 100 x vragen, ja hoor daar troffen we de rest van ons gezelschap. Gezamenlijk wandelden we toen naar de Heineken Bar. De bomen waren met gekleurde lichtjes versierd en er stond een grote tv buiten waar ik precies een plaatsje naast kreeg. Met een lekkere cocktail in ons hand konden we zo de openings ceremonie goed volgen. Vooral het zich omhoogtrekken van de man met de vlam was best spannend, maar het lukte hem. Daarna wilde sommige nog naar de Disco, ik wilde wel, maar mijn voeten niet, dus ben ik met José, Linda en Rolf met de taxi naar huis gegaan. Iedere ochtend is het toch weer vroeg op, en ik kom constant een half uur te kort. Het was toch al een opwindende en prachtige avond geweest. De volgende dag hoorde ik, dat ze pas om 4 uur waren thuis gekomen. Gelukkig maar, dat ik niet mee was gegaan.
Dag 21 Vrijdag 5-9-’08 In de trein naar Beijing
Dag 21 Vrijdag 5-9-’08 In de trein naar Beijing
Bij zevenen werd ik wakker, en ben me maar meteen bij het toilet gaan wassen en opmaken Nu was het nog rustig, zodat ik bijtijds klaar zou zijn. De restauratie was nu 8 wagons verder, dat werd een hele wandeling. Ik kon nog net bij een tafeltje aanschuiven. Hier hoorde ik, dat er ook nog een speciale trein was, vanuit Moskou naar Beijing, die alleen voor toeristen was, heel lux en ook duurder. Het ontbijt bestond uit 2 boterhammen roerei en jam.
Voor de lunch liepen Kees en ik enthousiast naar binnen, het zag er allemaal heerlijk uit, maar dat was voor een andere groep, en wij moesten het met 2 boxjes take-away doen. Dat was ook heerlijk. We wennen al aan het eten met 2 stokjes.
Jelle toverde ineens een fles champagne tevoorschijn met kartonnen bekertjes, We hadden immers bijna ons doel bereikt. En daar moest op geproost worden!
Alles ingepakt want Beijing kwam in zicht. Wat een mensen massa op het station. Onze gids was er ook niet, hoe we ook wachtten, maar wel die voor de Duitse Djosers. Daar werd overleg mee gepleegd. We konden met hun bus meerijden, want we zaten in het zelfde hotel. Een mooi hotel ,, King's Joy hotel Beijing,, Bovendien was het niet te ver van het Plein van de Hemelse Vrede.
Snel gedoucht en mijn haar gewassen, en eindelijk weer eens een jurk aangetrokken, want we gingen eten, en naar een voorstelling van Chinese acrobatiek.
Het eten was geweldig, alles kwam op tafel, en je kon van alles nemen. Daarna deden we in de zelfde straat inkopen voor het ontbijt van morgen, omdat we vroeg naar de muur zouden vertrekken. Met 2 taxi’s reden we naar het theater, waarbij we de halve stad doorkruisten. Wat een wereldstad, daar was New York niets bij. Ook het gebouw van de Nederlandse architect Rem Koolhaas, het futuristisch ogende CCTV hoofdkantoor konden we bewonderen.
De acrobatiek uitvoering was prachtig, die mooie kostuums en ook de mooie jongens, die wel leken te vliegen, het was ongelooflijk goed. Toen we weer thuiskwamen en ik uit het raam keek, dacht ik een soort bordeel te zien, met meisjes voor de ramen. Ik wist het niet, maar later bleek het een onderdak voor het personeel te zijn. Nog even geschreven en daarna heerlijk tot half zes geslapen.
Bij zevenen werd ik wakker, en ben me maar meteen bij het toilet gaan wassen en opmaken Nu was het nog rustig, zodat ik bijtijds klaar zou zijn. De restauratie was nu 8 wagons verder, dat werd een hele wandeling. Ik kon nog net bij een tafeltje aanschuiven. Hier hoorde ik, dat er ook nog een speciale trein was, vanuit Moskou naar Beijing, die alleen voor toeristen was, heel lux en ook duurder. Het ontbijt bestond uit 2 boterhammen roerei en jam.
Voor de lunch liepen Kees en ik enthousiast naar binnen, het zag er allemaal heerlijk uit, maar dat was voor een andere groep, en wij moesten het met 2 boxjes take-away doen. Dat was ook heerlijk. We wennen al aan het eten met 2 stokjes.
Jelle toverde ineens een fles champagne tevoorschijn met kartonnen bekertjes, We hadden immers bijna ons doel bereikt. En daar moest op geproost worden!
Alles ingepakt want Beijing kwam in zicht. Wat een mensen massa op het station. Onze gids was er ook niet, hoe we ook wachtten, maar wel die voor de Duitse Djosers. Daar werd overleg mee gepleegd. We konden met hun bus meerijden, want we zaten in het zelfde hotel. Een mooi hotel ,, King's Joy hotel Beijing,, Bovendien was het niet te ver van het Plein van de Hemelse Vrede.
Snel gedoucht en mijn haar gewassen, en eindelijk weer eens een jurk aangetrokken, want we gingen eten, en naar een voorstelling van Chinese acrobatiek.
Het eten was geweldig, alles kwam op tafel, en je kon van alles nemen. Daarna deden we in de zelfde straat inkopen voor het ontbijt van morgen, omdat we vroeg naar de muur zouden vertrekken. Met 2 taxi’s reden we naar het theater, waarbij we de halve stad doorkruisten. Wat een wereldstad, daar was New York niets bij. Ook het gebouw van de Nederlandse architect Rem Koolhaas, het futuristisch ogende CCTV hoofdkantoor konden we bewonderen.
De acrobatiek uitvoering was prachtig, die mooie kostuums en ook de mooie jongens, die wel leken te vliegen, het was ongelooflijk goed. Toen we weer thuiskwamen en ik uit het raam keek, dacht ik een soort bordeel te zien, met meisjes voor de ramen. Ik wist het niet, maar later bleek het een onderdak voor het personeel te zijn. Nog even geschreven en daarna heerlijk tot half zes geslapen.
20 Donderdag 4-9-’08 Met de trein naar China
20 Donderdag 4-9-’08 Met de trein naar China
Midden in de nacht werd ik wakker, een handje nootjes gegeten en weer gaan slapen. Om 5 uur liep mijn mobieltje af en ik wilde het helemaal niet horen, maar ik moest er wel uit. Er was geen warm water om te douchen, gelukkig had ik een kan warm water mee naar boven genomen, en zo kon ik mij toch van top tot teen wassen. Ik was met al mijn bagage op tijd beneden voor het ontbijt. Precies om 8 uur vertrokken we met een bus naar het station, waar we afscheid namen van Uyanka. Daar kwam de trein met dat echte oei, ooei geluid. Onze coupé was net een kleine woonwagen met 4 slaapplaatsen. We, dat waren Kees en ik, deelden de coupé met een Mongoolse moeder en 19 jarige zoon. Zij reisden ook naar Beijing, waar de zoon Chinees en bouwkunde studeerde. Ik had weer snel het bovenste bed veroverd, dat was mijn kleine tentje. Onze buren waren Australiërs, ook een vader met zoon en diens vriendin. Daar zat José bij. Dit was een Mongoolse trein, erg mooi, met een goed en gezellig restaurant, waar ik geluncht had. Daar ontmoette ik Moglie, een Mongools vrouwtje met grappig haar, waarmee ik ook mijn e-mail adres had gewisseld. Ook ontmoette ik er Gaby en Jos, nu een vader met dochter, die mij weer op een oudere dame wezen, die al 50 jaar in Canada woonde en nog perfect Nederlands sprak.
Met haar heb ik ook een tijdje gesproken. Ze had al 126 landen bezocht en was 80 jaar. Hier buurten de mensen meer dan in de Russische trein. Iedereen ging bij elkaar zitten. Er was ook een Centrale dvd speler, en bij ieder bed was een schermpje wat je zelf kon inschakelen. Maar het was een vreemde film, en ik begreep er niets van, logisch, want ze spraken ook Mongools.
Toen we naar het restaurant gingen,vonden we snel een plaatsje, maar we waren nog aan het eten, toen er hele groepen binnenkwamen, die ons eigenlijk min of meer weg keken. Daarna keerde de rust weer, en bleef ik nog even met José en Jelle zitten, maar we werden weggestuurd, want we waren bij de Mongoolse grens. Er moesten weer formulieren ingevuld worden. Ons paspoort werd ingenomen, en de bagage werd gecontroleerd. De Australiërs moesten hun bagage in de gang zetten, en alles werd doorzocht. Bij ons was het alleen de tas van Kees, die de inspectie onderging. Een kwartier later, werden de onderstellen van de trein verwisseld. Dat was omdat het Chinese spoor smaller is, dan de rest van de wereld. We konden niet naar buiten en ook niet naar het toilet. Ik probeerde foto’s te nemen, maar het resultaat was een vuil raam, toen maar gefilmd, want dat ging beter. Ik werd moe van het wachten. We hadden wat wodka gedronken, en ik werd zo slaperig, dat ik beneden op het bed van Kees in slaap was gevallen. Ik weet niet hoe lang ik had geslapen, maar ik had niet gemerkt, dat iedereen weer naar buiten mocht en daar naar het toilet kon, ook heb ik van de wisseling van de onderstellen weinig gemerkt. Toen ik wakker werd was het net te laat om naar buiten te gaan, want we zouden weer gaan rijden. Toen we eenmaal reden smeekte ik het meisje de toiletdeur te openen. Gelukkig begreep ze, dat ik hoge nood had, en opende de deur.
Alles bij elkaar had dat verwisselen # 5 uur geduurd. Ik dacht daarna, ik kan vast niet meer slapen, maar ik heb als een blok geslapen.
Midden in de nacht werd ik wakker, een handje nootjes gegeten en weer gaan slapen. Om 5 uur liep mijn mobieltje af en ik wilde het helemaal niet horen, maar ik moest er wel uit. Er was geen warm water om te douchen, gelukkig had ik een kan warm water mee naar boven genomen, en zo kon ik mij toch van top tot teen wassen. Ik was met al mijn bagage op tijd beneden voor het ontbijt. Precies om 8 uur vertrokken we met een bus naar het station, waar we afscheid namen van Uyanka. Daar kwam de trein met dat echte oei, ooei geluid. Onze coupé was net een kleine woonwagen met 4 slaapplaatsen. We, dat waren Kees en ik, deelden de coupé met een Mongoolse moeder en 19 jarige zoon. Zij reisden ook naar Beijing, waar de zoon Chinees en bouwkunde studeerde. Ik had weer snel het bovenste bed veroverd, dat was mijn kleine tentje. Onze buren waren Australiërs, ook een vader met zoon en diens vriendin. Daar zat José bij. Dit was een Mongoolse trein, erg mooi, met een goed en gezellig restaurant, waar ik geluncht had. Daar ontmoette ik Moglie, een Mongools vrouwtje met grappig haar, waarmee ik ook mijn e-mail adres had gewisseld. Ook ontmoette ik er Gaby en Jos, nu een vader met dochter, die mij weer op een oudere dame wezen, die al 50 jaar in Canada woonde en nog perfect Nederlands sprak.
Met haar heb ik ook een tijdje gesproken. Ze had al 126 landen bezocht en was 80 jaar. Hier buurten de mensen meer dan in de Russische trein. Iedereen ging bij elkaar zitten. Er was ook een Centrale dvd speler, en bij ieder bed was een schermpje wat je zelf kon inschakelen. Maar het was een vreemde film, en ik begreep er niets van, logisch, want ze spraken ook Mongools.
Toen we naar het restaurant gingen,vonden we snel een plaatsje, maar we waren nog aan het eten, toen er hele groepen binnenkwamen, die ons eigenlijk min of meer weg keken. Daarna keerde de rust weer, en bleef ik nog even met José en Jelle zitten, maar we werden weggestuurd, want we waren bij de Mongoolse grens. Er moesten weer formulieren ingevuld worden. Ons paspoort werd ingenomen, en de bagage werd gecontroleerd. De Australiërs moesten hun bagage in de gang zetten, en alles werd doorzocht. Bij ons was het alleen de tas van Kees, die de inspectie onderging. Een kwartier later, werden de onderstellen van de trein verwisseld. Dat was omdat het Chinese spoor smaller is, dan de rest van de wereld. We konden niet naar buiten en ook niet naar het toilet. Ik probeerde foto’s te nemen, maar het resultaat was een vuil raam, toen maar gefilmd, want dat ging beter. Ik werd moe van het wachten. We hadden wat wodka gedronken, en ik werd zo slaperig, dat ik beneden op het bed van Kees in slaap was gevallen. Ik weet niet hoe lang ik had geslapen, maar ik had niet gemerkt, dat iedereen weer naar buiten mocht en daar naar het toilet kon, ook heb ik van de wisseling van de onderstellen weinig gemerkt. Toen ik wakker werd was het net te laat om naar buiten te gaan, want we zouden weer gaan rijden. Toen we eenmaal reden smeekte ik het meisje de toiletdeur te openen. Gelukkig begreep ze, dat ik hoge nood had, en opende de deur.
Alles bij elkaar had dat verwisselen # 5 uur geduurd. Ik dacht daarna, ik kan vast niet meer slapen, maar ik heb als een blok geslapen.
woensdag, januari 28, 2009
Dag 19 3-9-'08 Terug naar Ulaan Bator
19 Woensdag 3-9-’08 Terug naar Ulaan Bataar
Lekker ontbeten en het ei en een soort blini mee genomen voor de lunch in de bus. We gingen een prachtige asfalt weg over. He, wat een verademing na al dat gehobbel, ik had te vroeg gejuicht, want opeens hield die weg op en zaten we weer op een dolle stier. Ik hield mij maar weer stevig aan de hoofdsteun voor mij vast. Veel te zien was er ook niet. Een paar hele grote gieren, af en toe een kudde koeien of schapen, die loom, precies voor ons busje, bleven liggen. Er kwam geen einde aan die rit, maar opeens was de nieuwe weg weer vlak naast ons en het andere busje reed er al op. Dus onze bus dook door de greppel, en wat een genot, een echte weg, zonder gehobbel. Er lagen stapels schapen en geiten vellen voor de verkoop langs de kant van de weg. En daar waren de eerste huizen al van Ulaan Bataar. Veel verkeer, en alles reed maar door elkaar heen. Vooral het laatste stukje, voordat we bij het hotel kwamen was geen doorkomen aan, het was gewoon grappig. We zitten weer in het Dreamhotel. Eerst met José samen op de kamer koffie gedronken, daarna allerlei dingen gedaan, sms’je verstuurd, zodat de familie thuis ook wist, dat ik alles goed overleefd had, iets gewassen, en mijn dagboek bijgewerkt.
Samen met José hadden we afgesproken met de Duitse groep mee te gaan eten, waarbij we kennis maakten met Tobiah en zijn Italiaanse vrouw Slavia.
De menukaart had er plaatjes bij, zodat we goed konden zien wat we uitkozen. Ik had een soep met paardenvlees, en dat was lekker. Op weg naar het hotel nog wat inkopen gedaan voor morgen in de trein. Ik ging bijtijds slapen, want de volgende dag moest ik weer om 5 uur op.
Lekker ontbeten en het ei en een soort blini mee genomen voor de lunch in de bus. We gingen een prachtige asfalt weg over. He, wat een verademing na al dat gehobbel, ik had te vroeg gejuicht, want opeens hield die weg op en zaten we weer op een dolle stier. Ik hield mij maar weer stevig aan de hoofdsteun voor mij vast. Veel te zien was er ook niet. Een paar hele grote gieren, af en toe een kudde koeien of schapen, die loom, precies voor ons busje, bleven liggen. Er kwam geen einde aan die rit, maar opeens was de nieuwe weg weer vlak naast ons en het andere busje reed er al op. Dus onze bus dook door de greppel, en wat een genot, een echte weg, zonder gehobbel. Er lagen stapels schapen en geiten vellen voor de verkoop langs de kant van de weg. En daar waren de eerste huizen al van Ulaan Bataar. Veel verkeer, en alles reed maar door elkaar heen. Vooral het laatste stukje, voordat we bij het hotel kwamen was geen doorkomen aan, het was gewoon grappig. We zitten weer in het Dreamhotel. Eerst met José samen op de kamer koffie gedronken, daarna allerlei dingen gedaan, sms’je verstuurd, zodat de familie thuis ook wist, dat ik alles goed overleefd had, iets gewassen, en mijn dagboek bijgewerkt.
Samen met José hadden we afgesproken met de Duitse groep mee te gaan eten, waarbij we kennis maakten met Tobiah en zijn Italiaanse vrouw Slavia.
De menukaart had er plaatjes bij, zodat we goed konden zien wat we uitkozen. Ik had een soep met paardenvlees, en dat was lekker. Op weg naar het hotel nog wat inkopen gedaan voor morgen in de trein. Ik ging bijtijds slapen, want de volgende dag moest ik weer om 5 uur op.
Dag 18 Dinsdag 2-9-.08 Naar Kegno en het ger camp
18 Dinsdag 2-9-’08 Naar Kegno en het Gerkamp
Bij het ontbijt vloog een buizerd in duikvlucht over onze hoofden, prachtig wat een vogel.
Alles ging weer de busjes in. Vannacht slapen we weer in een Gerkamp. We kwamen voorbij een woestijnstad, waar de verschillende soorten huizen stonden, we zagen zelfs enkele pubs. Verder rijdend kwamen we weer bij een aantal verkopers van snuisterijen en zogenaamd antiek. Die verkoper wilde ik wel meenemen, maar dat mocht niet van zijn vrouw, dan maar een foto maken, en dat mocht wel. Vlakbij stond een prachtig monument, waarop je kon zien, hoe groot Mongolië nu was, en tevens hoe groot de Turkse overheersing was. Dat zelfde zag je ook, maar dan hoe groot Mongolië was ten tijde van Djenkis Khan met in het midden een stupa. Djenkis trok ten strijde met een soort vaandel met 4 zwarte veren, en als hij dan gewonnen had, kwam hij met 9 witte veren terug.
Onze volgende stop was bij een prachtig groot Budistisch Klooster, dat in de loop der tijden al vaak verwoest was en telkens weer opgebouwd. Er stonden tempels in verschillende stijlen, Budistisch of Chinees. Binnen bevonden zich prachtige beelden van Bhuda, van het verleden, het heden en de toekomst. Ook een vrouwelijke Godheid, die was zwart en zag er angst aanjagend uit, ze trouwde met de duivel, en baarde een kind, ze vermoorde haar echtgenoot, bond zijn vel op een ezel, en at haar kind op. Griezel de griezel, maar zo had zij wel mooi het Kwaad vernietigd. Twee hele oude vrouwtjes liepen er ook en ik hoorde, dat zij al 93 jaar waren, zo mooi in rode mantels, ik dacht eerst dat het monniken waren. Overal worden blauwen sjaals omgebonden, om takken, om stupa’s en om de ringen van een deur.
Toen we weer buiten het hele complex waren, zat daar een jongen met een adelaar, die aan zijn poten vast zat, helaas sprak hij geen Engels, zo kon ik hem niet vragen of hij ook wel eens rond kon vliegen. Voor 1 $ kon je er mee op de foto, dat wilde ik wel, zo’n prachtbeest, maar wel loodzwaar, ik kon hem niet alleen op mijn arm houden, en die jongen moest mijn hand ondersteunen. Zijn klauwen waren enorm en die knepen dwars door de leren handschoen heen, die ik over mijn hand had gekregen. Gelukkig maakte Jelle foto’s met mijn camera, zodat ik daar wel het bewijs van heb. Nog een laatste blik op het klooster en verder ging het weer, niet zo erg ver, want het was lunchtijd. Eerst een mooie groepsfoto, met Uyanka, Zocra en de beide chauffeurs erbij. Dan de lunch, compleet met bedelende hondjes. Onze busjes hadden olie nodig, en we stopten bij een soort service station, het was er een drukte van belang. We zagen een schattig meisje, kinderen zijn hier vaak heel modern gekleed. Er was ook een grote elektriciteit centrale, en het vruchtbaarheid symbool kon echt niet worden overgeslagen, er stond wel een hekje omheen.
Wij gingen een tolweg op en er moest betaald worden. We zagen grote rotsblokken en weer bergen. Daar was het Gerkamp. Ha, dacht ik alle batterijen opladen. Nou, onze Gers hadden geen elektrisch licht, en geen stopcontact, maar de douches waren warm en de toiletten schoon.
Na 2 nachten met blote billen in de koude wind achter een steen gezeten te hebben, was dit toch een weelde. Deze Gers sloten ook niet helemaal tot op de grond, dus de wind waaide er vrolijk onderdoor, en ik wilde er maar niet aan denken wat er nog meer onder door zou kunnen kruipen. In mijn Ger stonden weer 3 bedden, dus had ik weer 2 extra dekens, heel goed voor een koukleum, zoals ik.
Het restaurant was heel smaakvol ingericht in een grote Ger. Eerst gingen we een uurtje paard rijden. De paardjes zijn klein. Een jongen hield José’s en mijn paardje aan de lijn en zo wandelden we heel rustig, met ons zessen, de steppen in. Het zadel was wel een beetje hard, ik miste eigenlijk mijn fietsbroek. Toen we er na een uurtje weer afstapte, zakte ik bijna door mijn knieën, gelukkig had Linda dat ook en na 2 stappen was het weer over. Het eten was ook hier lekker, en er werd gezellig nagetafeld. Toen ik uiteindelijk naar mijn Ger ging, wist ik het goed, eerst links, dan rechts, een soort heuveltje over en dan de sleutel in het slot, met het lampje op mijn hoofd ging dat prima. Toen ik de deur wilde sluiten en op slot doen lukte dat niet, dus ik probeerde het nog een keer, totdat ik opeens een stem hoorde, Isabel wat doe je in onze tent? Ik schrok mij dood, en ja hoor, hun spullen stonden er en die sleutel past schijnbaar op meerdere sloten. Mijn Ger stond er recht achter. Alle dekens op bed gelegd, en heerlijk geslapen, totdat mijn mobieltje begon te pruttelen, en ik mij afvroeg, wat dat voor een raar geluid was. Dat was de wekker.
Bij het ontbijt vloog een buizerd in duikvlucht over onze hoofden, prachtig wat een vogel.
Alles ging weer de busjes in. Vannacht slapen we weer in een Gerkamp. We kwamen voorbij een woestijnstad, waar de verschillende soorten huizen stonden, we zagen zelfs enkele pubs. Verder rijdend kwamen we weer bij een aantal verkopers van snuisterijen en zogenaamd antiek. Die verkoper wilde ik wel meenemen, maar dat mocht niet van zijn vrouw, dan maar een foto maken, en dat mocht wel. Vlakbij stond een prachtig monument, waarop je kon zien, hoe groot Mongolië nu was, en tevens hoe groot de Turkse overheersing was. Dat zelfde zag je ook, maar dan hoe groot Mongolië was ten tijde van Djenkis Khan met in het midden een stupa. Djenkis trok ten strijde met een soort vaandel met 4 zwarte veren, en als hij dan gewonnen had, kwam hij met 9 witte veren terug.
Onze volgende stop was bij een prachtig groot Budistisch Klooster, dat in de loop der tijden al vaak verwoest was en telkens weer opgebouwd. Er stonden tempels in verschillende stijlen, Budistisch of Chinees. Binnen bevonden zich prachtige beelden van Bhuda, van het verleden, het heden en de toekomst. Ook een vrouwelijke Godheid, die was zwart en zag er angst aanjagend uit, ze trouwde met de duivel, en baarde een kind, ze vermoorde haar echtgenoot, bond zijn vel op een ezel, en at haar kind op. Griezel de griezel, maar zo had zij wel mooi het Kwaad vernietigd. Twee hele oude vrouwtjes liepen er ook en ik hoorde, dat zij al 93 jaar waren, zo mooi in rode mantels, ik dacht eerst dat het monniken waren. Overal worden blauwen sjaals omgebonden, om takken, om stupa’s en om de ringen van een deur.
Toen we weer buiten het hele complex waren, zat daar een jongen met een adelaar, die aan zijn poten vast zat, helaas sprak hij geen Engels, zo kon ik hem niet vragen of hij ook wel eens rond kon vliegen. Voor 1 $ kon je er mee op de foto, dat wilde ik wel, zo’n prachtbeest, maar wel loodzwaar, ik kon hem niet alleen op mijn arm houden, en die jongen moest mijn hand ondersteunen. Zijn klauwen waren enorm en die knepen dwars door de leren handschoen heen, die ik over mijn hand had gekregen. Gelukkig maakte Jelle foto’s met mijn camera, zodat ik daar wel het bewijs van heb. Nog een laatste blik op het klooster en verder ging het weer, niet zo erg ver, want het was lunchtijd. Eerst een mooie groepsfoto, met Uyanka, Zocra en de beide chauffeurs erbij. Dan de lunch, compleet met bedelende hondjes. Onze busjes hadden olie nodig, en we stopten bij een soort service station, het was er een drukte van belang. We zagen een schattig meisje, kinderen zijn hier vaak heel modern gekleed. Er was ook een grote elektriciteit centrale, en het vruchtbaarheid symbool kon echt niet worden overgeslagen, er stond wel een hekje omheen.
Wij gingen een tolweg op en er moest betaald worden. We zagen grote rotsblokken en weer bergen. Daar was het Gerkamp. Ha, dacht ik alle batterijen opladen. Nou, onze Gers hadden geen elektrisch licht, en geen stopcontact, maar de douches waren warm en de toiletten schoon.
Na 2 nachten met blote billen in de koude wind achter een steen gezeten te hebben, was dit toch een weelde. Deze Gers sloten ook niet helemaal tot op de grond, dus de wind waaide er vrolijk onderdoor, en ik wilde er maar niet aan denken wat er nog meer onder door zou kunnen kruipen. In mijn Ger stonden weer 3 bedden, dus had ik weer 2 extra dekens, heel goed voor een koukleum, zoals ik.
Het restaurant was heel smaakvol ingericht in een grote Ger. Eerst gingen we een uurtje paard rijden. De paardjes zijn klein. Een jongen hield José’s en mijn paardje aan de lijn en zo wandelden we heel rustig, met ons zessen, de steppen in. Het zadel was wel een beetje hard, ik miste eigenlijk mijn fietsbroek. Toen we er na een uurtje weer afstapte, zakte ik bijna door mijn knieën, gelukkig had Linda dat ook en na 2 stappen was het weer over. Het eten was ook hier lekker, en er werd gezellig nagetafeld. Toen ik uiteindelijk naar mijn Ger ging, wist ik het goed, eerst links, dan rechts, een soort heuveltje over en dan de sleutel in het slot, met het lampje op mijn hoofd ging dat prima. Toen ik de deur wilde sluiten en op slot doen lukte dat niet, dus ik probeerde het nog een keer, totdat ik opeens een stem hoorde, Isabel wat doe je in onze tent? Ik schrok mij dood, en ja hoor, hun spullen stonden er en die sleutel past schijnbaar op meerdere sloten. Mijn Ger stond er recht achter. Alle dekens op bed gelegd, en heerlijk geslapen, totdat mijn mobieltje begon te pruttelen, en ik mij afvroeg, wat dat voor een raar geluid was. Dat was de wekker.
17 Maandag 1-10-’08 Naar de waterval en weer een kampvuur
Dag 17 Maandag 1-10-’08 Naar de waterval en weer een kampvuur
Ik dacht dat het al half zeven was, en stak mijn eerste pilletje in mijn mond, maar toen ik nog eens keek, bleek het pas half zes te zijn. Gauw het pilletje weer uit mijn mond gehaald (anders mocht ik niet meer gaan liggen) en weer mijn slaapzak ingedoken. Om 7 uur liep de wekker af, en ik kon heerlijk alles op mijn gemak doen. Heel langzaam warmde de zon op, en alle geitjes liepen om onze tentjes. Dit was kennelijk hun gebied, wij waren de indringers.
Na het ontbijt gingen we naar de waterval. Na een flinke rit met veel kuilen en hobbels, kwamen we bij, nee nog niet bij de waterval, maar bij de andere busjes, en van hier gingen we te voet verder.
Ineens keken we in de diepte, en daar stortte de waterval zich naar beneden, ik zag de fles met Crystal Clear er al tussen schemeren. Oh nee, dat was een reclame, mijn fantasie ging even op de loop. Beneden zagen we leden van de Duitse groep lopen. Met een grote omweg en veel geklauter kwamen wij ook beneden en een beekje voerde ons naar de waterval. Zo zagen we het nog beter. Iedereen zocht een mooi plekje uit om een foto te maken. Daarna zocht ik een lekker plekje tussen de stenen op, om mijn dagboek bij te werken. Net toen ik lekker zat was het alweer tijd om terug te gaan. We moesten nog even flink omhoog klauteren, en ik hijgde als een stoomtrein. Het was ook mijn slaap uurtje, wat ik daarna maar in de bus nam. Dat was niet zo gunstig, want door die hobbels sloeg mijn dommelende hoofd hard tegen de zijkant.
We stopten nog bij een soort kerkhof uit het jaar 800, waar Turken lagen, die door de Mongolen waren verslagen. De geiten vonden er beschutting en lagen er lekker tussen. Ze deden me een beetje aan de menhirs denken. Net toen ik me weer had neergevleid, hoorde ik zeggen, we gaan weer. Ja, we gingen naar huis (tent), waar nu alle paardjes in en bij de rivier stonden. Onze lunch stond al op tafel. Het was zo als altijd erg lekker. Onderhand vlogen de roofvogels over onze hoofden, ik dacht dat het buizerds waren. Ze maakten grappige geluiden. Ik kreeg er toch nog één op de foto. Daarna zagen we de buien aankomen. Het zag er nogal dreigend uit. Ik dook maar snel mijn tentje in, waar ik eerst wat geslapen heb, dan nog geschreven, en toen maar geluisterd naar het klapperen van de tent in de wind. Het weer klaarde gelukkig weer een beetje op, en toen ik buiten kwam stonden alle jacks bij de rivier, dat heb ik een beetje gefilmd. Ze stonden aan beide zijden van het water, maar die aan onze kant liepen gewoon door het water naar de overkant. Een jong kwam weer terug om bij de moeder te drinken, want die loeide heel hard, kom hier je moet nog wat drinken.
Na het eten gingen we hout sprokkelen, om voor de laatste keer een kampvuur te maken, dat lukte goed, en was lekker warm, net als gisteren. Alleen gingen we er nu toch bij zingen. Merendeel kinderliedjes, totdat het te koud werd en we allemaal de tent indoken. Ik moest er nog even uit, en werd afgeleid door een flink licht in de verte, daardoor was ik ook mijn oriëntatie kwijt, maar al snel wist ik het zeker, die daar was mijn tentje. Wat schrok ik toen ik de tent wilde openritsen en opeens de stem van Erik hoorde :,, wat moet dat Isabel” ? Oh jee dat was dus toch niet mijn tent, nu maar even goed kijken. Dit keer was ik goed, en dook snel naar binnen. Verder heb ik goed geslapen en was op tijd op, want de tentjes moesten nu wel afgebroken worden.
Ik dacht dat het al half zeven was, en stak mijn eerste pilletje in mijn mond, maar toen ik nog eens keek, bleek het pas half zes te zijn. Gauw het pilletje weer uit mijn mond gehaald (anders mocht ik niet meer gaan liggen) en weer mijn slaapzak ingedoken. Om 7 uur liep de wekker af, en ik kon heerlijk alles op mijn gemak doen. Heel langzaam warmde de zon op, en alle geitjes liepen om onze tentjes. Dit was kennelijk hun gebied, wij waren de indringers.
Na het ontbijt gingen we naar de waterval. Na een flinke rit met veel kuilen en hobbels, kwamen we bij, nee nog niet bij de waterval, maar bij de andere busjes, en van hier gingen we te voet verder.
Ineens keken we in de diepte, en daar stortte de waterval zich naar beneden, ik zag de fles met Crystal Clear er al tussen schemeren. Oh nee, dat was een reclame, mijn fantasie ging even op de loop. Beneden zagen we leden van de Duitse groep lopen. Met een grote omweg en veel geklauter kwamen wij ook beneden en een beekje voerde ons naar de waterval. Zo zagen we het nog beter. Iedereen zocht een mooi plekje uit om een foto te maken. Daarna zocht ik een lekker plekje tussen de stenen op, om mijn dagboek bij te werken. Net toen ik lekker zat was het alweer tijd om terug te gaan. We moesten nog even flink omhoog klauteren, en ik hijgde als een stoomtrein. Het was ook mijn slaap uurtje, wat ik daarna maar in de bus nam. Dat was niet zo gunstig, want door die hobbels sloeg mijn dommelende hoofd hard tegen de zijkant.
We stopten nog bij een soort kerkhof uit het jaar 800, waar Turken lagen, die door de Mongolen waren verslagen. De geiten vonden er beschutting en lagen er lekker tussen. Ze deden me een beetje aan de menhirs denken. Net toen ik me weer had neergevleid, hoorde ik zeggen, we gaan weer. Ja, we gingen naar huis (tent), waar nu alle paardjes in en bij de rivier stonden. Onze lunch stond al op tafel. Het was zo als altijd erg lekker. Onderhand vlogen de roofvogels over onze hoofden, ik dacht dat het buizerds waren. Ze maakten grappige geluiden. Ik kreeg er toch nog één op de foto. Daarna zagen we de buien aankomen. Het zag er nogal dreigend uit. Ik dook maar snel mijn tentje in, waar ik eerst wat geslapen heb, dan nog geschreven, en toen maar geluisterd naar het klapperen van de tent in de wind. Het weer klaarde gelukkig weer een beetje op, en toen ik buiten kwam stonden alle jacks bij de rivier, dat heb ik een beetje gefilmd. Ze stonden aan beide zijden van het water, maar die aan onze kant liepen gewoon door het water naar de overkant. Een jong kwam weer terug om bij de moeder te drinken, want die loeide heel hard, kom hier je moet nog wat drinken.
Na het eten gingen we hout sprokkelen, om voor de laatste keer een kampvuur te maken, dat lukte goed, en was lekker warm, net als gisteren. Alleen gingen we er nu toch bij zingen. Merendeel kinderliedjes, totdat het te koud werd en we allemaal de tent indoken. Ik moest er nog even uit, en werd afgeleid door een flink licht in de verte, daardoor was ik ook mijn oriëntatie kwijt, maar al snel wist ik het zeker, die daar was mijn tentje. Wat schrok ik toen ik de tent wilde openritsen en opeens de stem van Erik hoorde :,, wat moet dat Isabel” ? Oh jee dat was dus toch niet mijn tent, nu maar even goed kijken. Dit keer was ik goed, en dook snel naar binnen. Verder heb ik goed geslapen en was op tijd op, want de tentjes moesten nu wel afgebroken worden.
dinsdag, januari 27, 2009
Dag 16 Zondag 31-8-'08 We gaan weer Noordwaarts
16 Zondag 31-8-’08 We gaan weer Noordwaarts
Om 7 uur was het ontbijt, de tent was nog kletsnat van de dauw. Ook binnen was alles nat, zelfs mijn droge sokken waren nu nat. Als laatste stond alleen mijn tent er nog, maar die was zo afgebroken. Om 8 uur reden we weg, De busjes moesten tanken, en we reden naar een benzine station, waar geen stroom was, dus ook geen benzine. Maar er stonden wel schattige kindjes. Eén in een roze jurkje met een hoedje, die een heel klein levend konijntje bij zich droeg, ze waren zo leuk, dat iedereen ze wilde fotograferen. Maar wij moesten naar het volgende station.
In de verte zagen we een heleboel paarden bij een Ger staan. De merries met veulen werden juist gemolken. Het veulen werd dan even opzij gehouden, en het meisje melkte dan snel de merrie en daarna mocht het veulen er weer bij. De paardjes zagen er goed uit en waren allemaal gemerkt. Al met al was de emmer nu helemaal vol. We werden binnen uitgenodigd en kregen gefermenteerde paardenmelk te drinken. Ook een stukje kei en kei harde kaas, die van koemelk was gemaakt. Gelukkig hoefde we niet de hele kom leeg te drinken, een paar slokjes was al voldoende, het prikte een beetje op je tong. Nicolien had schattige ijsbeer knuffeltjes meegebracht en gaf die aan de kindertjes. Binnen in zo’n Ger was het heel gerieflijk, met een muziek installatie en een tv, en natuurlijk het onomkoombare mobieltje. Buiten, je hield het niet voor mogelijk, stond een zonnepaneel. De mensen zijn hier wel heel vriendelijk. Toen we weer verder reden, stopte het ene busje precies 10 mtr voor de heuvel. Zijn tank was nu helemaal leeg. De benzine werd van de ene bus werd afgetapt en in de andere bus gegooid.
Zo kwamen we weer verder naar het benzine station. Dit keer was het een iets groter dorp met stenen en houten huisjes, veelal binnen een houten omheining, ook een school en een supermarkt waren er. Dat kwam goed uit, ik kocht meteen papieren zakdoekjes en een zaklantaarntje, dat ook een aansteker was. Niet dat ik dat laatste nodig had, maar ze had niets anders.
Inmiddels hadden we wel al geluncht. We kwamen bij een hele mooie plek met een riviertje, daar gingen we de tenten opzetten, mijn tentje was nu zo droog. Ik krijg er steeds meer
handigheid in. Lekker mijn voeten in de rivier afgespoeld en schone sokken aangedaan, dat voelde goed. We aten vroeg, en daarna werd er hout voor het kampvuur gesprokkeld. Eerst werd er nog met een grote strandbal gevoetbald. Het kampvuur was prachtig. Kees dacht dat dit het juiste moment was, om zijn confetti bus leeg te schieten. Dat was het ook, want overal zag je stukjes vuur, het leken wel vuurvliegjes. Ik miste het zingen, wat er volgens mij bij hoorde, maar Jelle had een griezelig vraag stuk, wat ons heel wat hoofdbrekens kostten. Het werd kouder en kouder, en wij draaiden onze krukjes, als kippen aan het spit, zodat ook onze ruggetjes warm werden. Het laatste beetje vuur werd netjes met een beetje water gedoofd. En dan heel snel het tentje in, om niet te veel af te koelen. Gelukkig morgen om 7 uur op, in plaats van 6 uur en de tentjes konden blijven staan, want hier bleven we nog een nachtje. Dit werd tevens onze laatste kampeer nacht.
Isabel
Om 7 uur was het ontbijt, de tent was nog kletsnat van de dauw. Ook binnen was alles nat, zelfs mijn droge sokken waren nu nat. Als laatste stond alleen mijn tent er nog, maar die was zo afgebroken. Om 8 uur reden we weg, De busjes moesten tanken, en we reden naar een benzine station, waar geen stroom was, dus ook geen benzine. Maar er stonden wel schattige kindjes. Eén in een roze jurkje met een hoedje, die een heel klein levend konijntje bij zich droeg, ze waren zo leuk, dat iedereen ze wilde fotograferen. Maar wij moesten naar het volgende station.
In de verte zagen we een heleboel paarden bij een Ger staan. De merries met veulen werden juist gemolken. Het veulen werd dan even opzij gehouden, en het meisje melkte dan snel de merrie en daarna mocht het veulen er weer bij. De paardjes zagen er goed uit en waren allemaal gemerkt. Al met al was de emmer nu helemaal vol. We werden binnen uitgenodigd en kregen gefermenteerde paardenmelk te drinken. Ook een stukje kei en kei harde kaas, die van koemelk was gemaakt. Gelukkig hoefde we niet de hele kom leeg te drinken, een paar slokjes was al voldoende, het prikte een beetje op je tong. Nicolien had schattige ijsbeer knuffeltjes meegebracht en gaf die aan de kindertjes. Binnen in zo’n Ger was het heel gerieflijk, met een muziek installatie en een tv, en natuurlijk het onomkoombare mobieltje. Buiten, je hield het niet voor mogelijk, stond een zonnepaneel. De mensen zijn hier wel heel vriendelijk. Toen we weer verder reden, stopte het ene busje precies 10 mtr voor de heuvel. Zijn tank was nu helemaal leeg. De benzine werd van de ene bus werd afgetapt en in de andere bus gegooid.
Zo kwamen we weer verder naar het benzine station. Dit keer was het een iets groter dorp met stenen en houten huisjes, veelal binnen een houten omheining, ook een school en een supermarkt waren er. Dat kwam goed uit, ik kocht meteen papieren zakdoekjes en een zaklantaarntje, dat ook een aansteker was. Niet dat ik dat laatste nodig had, maar ze had niets anders.
Inmiddels hadden we wel al geluncht. We kwamen bij een hele mooie plek met een riviertje, daar gingen we de tenten opzetten, mijn tentje was nu zo droog. Ik krijg er steeds meer
handigheid in. Lekker mijn voeten in de rivier afgespoeld en schone sokken aangedaan, dat voelde goed. We aten vroeg, en daarna werd er hout voor het kampvuur gesprokkeld. Eerst werd er nog met een grote strandbal gevoetbald. Het kampvuur was prachtig. Kees dacht dat dit het juiste moment was, om zijn confetti bus leeg te schieten. Dat was het ook, want overal zag je stukjes vuur, het leken wel vuurvliegjes. Ik miste het zingen, wat er volgens mij bij hoorde, maar Jelle had een griezelig vraag stuk, wat ons heel wat hoofdbrekens kostten. Het werd kouder en kouder, en wij draaiden onze krukjes, als kippen aan het spit, zodat ook onze ruggetjes warm werden. Het laatste beetje vuur werd netjes met een beetje water gedoofd. En dan heel snel het tentje in, om niet te veel af te koelen. Gelukkig morgen om 7 uur op, in plaats van 6 uur en de tentjes konden blijven staan, want hier bleven we nog een nachtje. Dit werd tevens onze laatste kampeer nacht.
Isabel
maandag, januari 26, 2009
Dag 15 Zaterdag 30-8-'08 Naar Bayanzag van de Dinosaurussen
15 Zaterdag 30-8-’08 Naar Bayanzag, van de Dinosaurus Skeletten
Toen ik gisteren in mijn gertje zat, dacht ik wat hoor ik toch voor een gemekker, en geroep. Ik deed de deur een beetje open en meteen had ik twee geitekoppies binnen, die zeiden, mogen we er in dit is ook geen weer voor ons. Ik wilde mijn camera pakken, maar voor ik een foto kon maken, dreef de herder ze al weer verder.
Vanmorgen was ik om half zes al op, ik rende in pyjama met vest naar het toilet, er stond een ijzige wind, en het was nog donker. Er brandde nergens licht. Maar toen ik bij de douches keek was er wel lauw water, daar ben ik toen maar meteen onder gesprongen. Daarna koffers gepakt en net toen ik daarmee klaar was, kwam Jelle kijken, hoe ver ik was, en nam meteen mijn koffers mee. Wat een service! Het ontbijt stond al op tafel. We zouden samen met de Duitsers optrekken, zo mochten er problemen komen, hadden wij en ook zij versterking. De wegen waren min of meer begaanbaar, veel water was al weer weggezakt.
We kwamen bij de Grand Canyon, tenminste daar leek het op. Dat was de plaats, waar de dinosaurus skeletten waren gevonden. Er stonden wat kraampjes, met een schattig klein meisje, ik denk 2 jaar, die hallo riep, ze wordt vast later een top model.
Ik dacht net, dat ik een draagzak voor mijn waterfles wilde hebben, en wat zag ik, daar hing een echte Mongoolse waterfles zak, en voor 10000 Rugtugs was die voor mij, ongeveer 6 €. Er stonden ook 2 of 3 Australische auto’s. Ze hadden heel Afrika al doorkruist en gingen nu, geloof ik ook naar Beijing. Ze waren al 9 maanden van huis.
Bij die kraampjes kwam iedereen tesamen. Het werd er zelfs nog druk, maar wij gingen weer verder. Soms reden we dwars door alles heen, geen spoor te bekennen. En dan stond er weer een hele lange rij met telefoonpalen. We kwamen ook allerlei diertjes tegen, krekels hagedisjes en zelfs een schattig groen padje.
In de verte waren de toppen van de bergen nog met sneeuw bedekt, dat was een prachtig gezicht.
Tijdens de lunch werd het steeds warmer, echt vestje uit, vestje aan. We kregen vis uit blik met augurken, een salade, brood en soep. Sommigen gingen zonnebaden.
Verder op onze tocht passeerden we nog verschillende gers. We zagen ook veel patrijzen, maar die vlogen zo snel weg, dat het ons niet lukte om ze te fotograferen.
We bezochten een Budistisch klooster, waarvan het grootste deel nog een ruïne was. Ook weer de Stalinisten die dat vernietigd hadden, Kees en ik werden er een beetje droevig van.
Er waren 3 monniken, die daar als kind op school waren geweest, en die waren begonnen met het opbouwen van de tempel, die ziet er nu weer goed uit. Er wonen nu weer 20 monniken, waarvan 4 leraren en 16 leerlingen.
Het werd toch echt tijd om een veldje voor onze tentjes te zoeken, we vonden een prachtige locatie bij een riviertje. Eerst gingen we een verkennings wandeling maken en daarna de tenten opgezet, dan gingen we eten en de sterren bestuderen. We zagen de Grote Beer, maar de rest liet zich nog niet duidelijk zien. Totdat ik ’s nachts nog even de tent uitging, en het sterrenbeeld de Orion heel duidelijk kon zien. In ieder geval had ik heerlijk geslapen, tot 6 uur, want toen liep de wekker af.
Toen ik gisteren in mijn gertje zat, dacht ik wat hoor ik toch voor een gemekker, en geroep. Ik deed de deur een beetje open en meteen had ik twee geitekoppies binnen, die zeiden, mogen we er in dit is ook geen weer voor ons. Ik wilde mijn camera pakken, maar voor ik een foto kon maken, dreef de herder ze al weer verder.
Vanmorgen was ik om half zes al op, ik rende in pyjama met vest naar het toilet, er stond een ijzige wind, en het was nog donker. Er brandde nergens licht. Maar toen ik bij de douches keek was er wel lauw water, daar ben ik toen maar meteen onder gesprongen. Daarna koffers gepakt en net toen ik daarmee klaar was, kwam Jelle kijken, hoe ver ik was, en nam meteen mijn koffers mee. Wat een service! Het ontbijt stond al op tafel. We zouden samen met de Duitsers optrekken, zo mochten er problemen komen, hadden wij en ook zij versterking. De wegen waren min of meer begaanbaar, veel water was al weer weggezakt.
We kwamen bij de Grand Canyon, tenminste daar leek het op. Dat was de plaats, waar de dinosaurus skeletten waren gevonden. Er stonden wat kraampjes, met een schattig klein meisje, ik denk 2 jaar, die hallo riep, ze wordt vast later een top model.
Ik dacht net, dat ik een draagzak voor mijn waterfles wilde hebben, en wat zag ik, daar hing een echte Mongoolse waterfles zak, en voor 10000 Rugtugs was die voor mij, ongeveer 6 €. Er stonden ook 2 of 3 Australische auto’s. Ze hadden heel Afrika al doorkruist en gingen nu, geloof ik ook naar Beijing. Ze waren al 9 maanden van huis.
Bij die kraampjes kwam iedereen tesamen. Het werd er zelfs nog druk, maar wij gingen weer verder. Soms reden we dwars door alles heen, geen spoor te bekennen. En dan stond er weer een hele lange rij met telefoonpalen. We kwamen ook allerlei diertjes tegen, krekels hagedisjes en zelfs een schattig groen padje.
In de verte waren de toppen van de bergen nog met sneeuw bedekt, dat was een prachtig gezicht.
Tijdens de lunch werd het steeds warmer, echt vestje uit, vestje aan. We kregen vis uit blik met augurken, een salade, brood en soep. Sommigen gingen zonnebaden.
Verder op onze tocht passeerden we nog verschillende gers. We zagen ook veel patrijzen, maar die vlogen zo snel weg, dat het ons niet lukte om ze te fotograferen.
We bezochten een Budistisch klooster, waarvan het grootste deel nog een ruïne was. Ook weer de Stalinisten die dat vernietigd hadden, Kees en ik werden er een beetje droevig van.
Er waren 3 monniken, die daar als kind op school waren geweest, en die waren begonnen met het opbouwen van de tempel, die ziet er nu weer goed uit. Er wonen nu weer 20 monniken, waarvan 4 leraren en 16 leerlingen.
Het werd toch echt tijd om een veldje voor onze tentjes te zoeken, we vonden een prachtige locatie bij een riviertje. Eerst gingen we een verkennings wandeling maken en daarna de tenten opgezet, dan gingen we eten en de sterren bestuderen. We zagen de Grote Beer, maar de rest liet zich nog niet duidelijk zien. Totdat ik ’s nachts nog even de tent uitging, en het sterrenbeeld de Orion heel duidelijk kon zien. In ieder geval had ik heerlijk geslapen, tot 6 uur, want toen liep de wekker af.
zondag, januari 25, 2009
Trans Syberian Dag 14 Vrijdag 29-8-'08 derde dag Gobi Woestijn
14 Vrijdag 29-8-’08 Een regendag in het Gerkamp, derde dag in de Gobi Woestijn
Vanmorgen werd ook het raadsel onthuld. Het was iemand van de camping, die het dak had bedekt, waardoor het al gelekt had, nou ja, maar wel met heel veel lawaai. Het meest verbazing wekkend vond ik dat niemand mij had horen schreeuwen, terwijl ik het idee had, dat ik de hele camping wakker had geschreeuwd. In ieder geval nu met een parapluutje naar de douche cel, waar ik nog net tijd had om mijn haar te wassen.
Het ontbijt was in het restaurant, zoals altijd was het lekker met van alles erbij.
Het bleef regenen, maar we besloten toch naar de kloof te gaan voor een wandeling. Ik moest mijn tas nog halen, maar toen ik in mijn ger kwam, zat daar een mooie groene bidsprinkhaan. Snel een foto gemaakt en hem toch maar buiten gezet.
De bus stond al klaar, alle sporen waren al met water gevuld, maar onze chauffeur, een goeie voor Parijs – Dakar, had daar geen enkele moeite mee. Door het raam nam ik al een foto van de bergen, waar de damp van opsteeg. Het was wel 60km rijden, dus hobbel de bobbel. Twee weken geleden lag er nog een gletsjer, maar nu was alles gesmolten. We kwamen in een natuurpark. Gelukkig mochten we 10km verder rijden en van daar uit een wandeling door de kloof maken. Het was zo mooi, die verschillende kleuren en dan die zwarte rotsen, die er boven uit tornden. Ik liep wel met mijn parapluutje. Er groeiden verschillende kruiden en bloemen, die heerlijk roken. We zagen kleine prairiehondjes, in mijn ogen waren het gewoon marmotten, of familie daarvan, wel heel schattig.
De Duitse Djosers waren ons net voor. Er stonden 2 paardjes waarvan de voorpoten aan de achterpoten vast waren gebonden, dat liep niet echt makkelijk, maar waarschijnlijk was dat ook de bedoeling. Zo konden ze niet weglopen.
Ik had nu niet direct de juiste schoenen aan, want het was er nogal glibberig, en mijn zolen waren helemaal glad. Maar het ging goed af en toe klauteren met handen, en voeten en heen en weer over het stroompje springen. Mijn schoenen en mijn voeten werden wel nat, maar ik had dit toch niet willen missen. Van Jelle mocht ik niet verder klauteren, hij was veel te bang, dat ik een been zou breken, maar ik wist zelf best wat ik kon, ik ging dus toch nog iets verder. De rest van onze groep kwam alweer terug en zo kon ik met hun weer terug klauteren. Na ander half uur en 6km gelopen te hebben, waren we weer bij de busjes, waar de chauffeur in een mooie Mongoolse jas stond. Toen we weer terug reden stond er alweer veel meer water en werd het rijden ook moeilijker. Maar we kwamen behouden aan, en meteen het restaurant ingedoken voor de lunch. Na eerst droge sokken gehaald te hebben. Daarna kwam de vraag wat doen we? Rijden we weg en later de tentjes opzetten, maar toen kwam het bericht, dat er al een busje in de modder was blijven steken, en er werd besloten dat we nog een nacht in het Gerkamp zouden blijven. Omdat dat buiten het arrangement viel, moesten we 15$ per persoon betalen. Ik was allang blij, want in de regen en de modder een tentje opzetten is niets voor mij. Ieder zocht daarna zijn eigen ger op. Eerst vertelde Uyanka nog over de geschiedenis van Mongolië, maar ik zat te ver af, om het goed te kunnen volgen, bovendien was ik ook een beetje rozig. In mijn ger heb ik mijn mobieltje maar eens goed uitgeprobeerd, wat ik daar allemaal mee kon doen en dat is heel veel. Ik had nog net tijd om het een en ander te wassen voor we met het diner begonnen. Het was weer prima, door onze eigen Zocra klaar gemaakt. Nog even gezellig nagetafeld. Maar morgen weer om 6 uur op, want om 7 uur is het ontbijt.
Isabel
Vanmorgen werd ook het raadsel onthuld. Het was iemand van de camping, die het dak had bedekt, waardoor het al gelekt had, nou ja, maar wel met heel veel lawaai. Het meest verbazing wekkend vond ik dat niemand mij had horen schreeuwen, terwijl ik het idee had, dat ik de hele camping wakker had geschreeuwd. In ieder geval nu met een parapluutje naar de douche cel, waar ik nog net tijd had om mijn haar te wassen.
Het ontbijt was in het restaurant, zoals altijd was het lekker met van alles erbij.
Het bleef regenen, maar we besloten toch naar de kloof te gaan voor een wandeling. Ik moest mijn tas nog halen, maar toen ik in mijn ger kwam, zat daar een mooie groene bidsprinkhaan. Snel een foto gemaakt en hem toch maar buiten gezet.
De bus stond al klaar, alle sporen waren al met water gevuld, maar onze chauffeur, een goeie voor Parijs – Dakar, had daar geen enkele moeite mee. Door het raam nam ik al een foto van de bergen, waar de damp van opsteeg. Het was wel 60km rijden, dus hobbel de bobbel. Twee weken geleden lag er nog een gletsjer, maar nu was alles gesmolten. We kwamen in een natuurpark. Gelukkig mochten we 10km verder rijden en van daar uit een wandeling door de kloof maken. Het was zo mooi, die verschillende kleuren en dan die zwarte rotsen, die er boven uit tornden. Ik liep wel met mijn parapluutje. Er groeiden verschillende kruiden en bloemen, die heerlijk roken. We zagen kleine prairiehondjes, in mijn ogen waren het gewoon marmotten, of familie daarvan, wel heel schattig.
De Duitse Djosers waren ons net voor. Er stonden 2 paardjes waarvan de voorpoten aan de achterpoten vast waren gebonden, dat liep niet echt makkelijk, maar waarschijnlijk was dat ook de bedoeling. Zo konden ze niet weglopen.
Ik had nu niet direct de juiste schoenen aan, want het was er nogal glibberig, en mijn zolen waren helemaal glad. Maar het ging goed af en toe klauteren met handen, en voeten en heen en weer over het stroompje springen. Mijn schoenen en mijn voeten werden wel nat, maar ik had dit toch niet willen missen. Van Jelle mocht ik niet verder klauteren, hij was veel te bang, dat ik een been zou breken, maar ik wist zelf best wat ik kon, ik ging dus toch nog iets verder. De rest van onze groep kwam alweer terug en zo kon ik met hun weer terug klauteren. Na ander half uur en 6km gelopen te hebben, waren we weer bij de busjes, waar de chauffeur in een mooie Mongoolse jas stond. Toen we weer terug reden stond er alweer veel meer water en werd het rijden ook moeilijker. Maar we kwamen behouden aan, en meteen het restaurant ingedoken voor de lunch. Na eerst droge sokken gehaald te hebben. Daarna kwam de vraag wat doen we? Rijden we weg en later de tentjes opzetten, maar toen kwam het bericht, dat er al een busje in de modder was blijven steken, en er werd besloten dat we nog een nacht in het Gerkamp zouden blijven. Omdat dat buiten het arrangement viel, moesten we 15$ per persoon betalen. Ik was allang blij, want in de regen en de modder een tentje opzetten is niets voor mij. Ieder zocht daarna zijn eigen ger op. Eerst vertelde Uyanka nog over de geschiedenis van Mongolië, maar ik zat te ver af, om het goed te kunnen volgen, bovendien was ik ook een beetje rozig. In mijn ger heb ik mijn mobieltje maar eens goed uitgeprobeerd, wat ik daar allemaal mee kon doen en dat is heel veel. Ik had nog net tijd om het een en ander te wassen voor we met het diner begonnen. Het was weer prima, door onze eigen Zocra klaar gemaakt. Nog even gezellig nagetafeld. Maar morgen weer om 6 uur op, want om 7 uur is het ontbijt.
Isabel
Dag 13 Donderdag 28-8-'08 Gobi Woestijn en de Ger camping
13 Donderdag 28-8-’08 Op weg in de Gobi Woestijn en de Ger Camping
Inderdaad was ik om 6 uur op, snel opgeschoten en spulletjes gepakt. Ik was natuurlijk wel weer een van de laatste, maar kreeg weer hulp, zodat ook ik op tijd aan het ontbijt zat. Aldoor weer lekker en voedzaam met gebakken worst, en gekookte eitjes, koffie of thee.
Dan werd alles weer ingeladen, en we waren weer op weg. Soms reden we gewoon dwars door het veld. De wegen waren eigenlijk gewoon maar sporen. Hier en daar zagen we skeletten van dieren als getuigen van het harde leven. (In de winter 40 graden onder 0).
We stopten bij een ruïne van een Budistisch klooster, dat door de Stalinisten was vernield. Hier zag je verschillende stijlen door elkaar, Chinees en Mongools. Er stond ook een ger, waar 3 kindjes uitkwamen. De kleinste alleen in een hemdje, ze bibberde wel een beetje. Er kwam een jong kameeltje bij, die beschermend achter de kinderen ging staan. Hij keek ons heel nadrukkelijk aan. Er kwamen nog 2 jongetjes bij, iedereen kreeg een snoepje en weg waren ze weer.
Er stond nog een gebouw, waar veel stenen uit waren gevallen, zo kon je goed zien hoe dat allemaal had gezeten. Verder rijdend kwamen we bij een kolen mijn, waar iedere Mongoolse inwoner, kolen voor eigen gebruik, van de berg mocht weghalen. Je kon de kool zo in de bergwand zien zitten.
We kwamen bij een dorp, met een school en winkeltjes, dat zag je eerst niet. In een flink huis zaten 4 verschillende winkeltjes, die van alles verkochten, een soort waren huis in het klein.
We maakten gelukkig wel korte stops tussendoor, waarbij we dan telkens iets bijzonders zagen, zoals een gekleurde hagedis of echte kamelen met 2 bulten. En dan was het weer tijd voor de lunch, waar ook de chauffeur aan meewerkte. Vandaag zou het een langere rit worden, dus veel tijd om te eten kregen we niet. Voor mij was dat wel eens lastig, want ik ben een langzame eetster.
Soms was er een plasstop, en in velden of wegen geen struik of steen te bekennen. Ik ging maar achter de auto zitten, en zei, wie kijkt moet een euro betalen. Sommige liepen mijlen ver om een plekje te vinden. Ja, en dan reed je later langs allemaal bosjes en struiken en zelfs een boomgaard, waar Kees in aanbidding voor een inderdaad hele mooie boom stond. Als je in de verte een auto of een busje zag rijden, hing er altijd een grote stofwolk achteraan. Wij waren af en toe ook het tweede busje kwijt, en dan werkte ook hun mobilofoon niet. Gelukkig vonden ze elkaar altijd weer terug. Het volgende oponthoud was bij de zandduinen. Hele hogen zandbergen, waar we natuurlijk bovenop moesten komen. De Duitsers kwamen er ook bij. Die konden we mooi van boven af bekijken. De 2 reisbegeleiders hadden ook zo hun onderonsje daar boven op die berg. Toen kwamen we bij onze slaapplaats, Het is net een camping, maar dan met gers inplaats van tenten, ieder kreeg een eigen ger, ik nr. 40. Zo schattig roze beschilderd. Onze maaltijd werd wel in het restaurant geserveerd. Dit maal met een glaasje wijn erbij. Daarna heerlijk mijn bedje ingedoken. Ik sliep heel snel, maar opeens hoorde ik mijn mobieltje en ik dacht dat het de wekker was. Ik sliep zo diep en was nog zo moe, dat ik naar het lichtknopje wankelde. Ik begreep niet, dat ik nog zo slaperig was, totdat ik de tijd zag, 1.45 Oh geen wonder dat ik nog zo moe was, ik dook snel mijn bed weer in. Maar het slapen lukte niet zo snel, ik lag net aan een filmpje te denken, waar een groot hert een man met een geweer aanviel. Toen er keihard tegen de tent werd gebonkt, ik dacht oh jee, een hert, dat wil naar binnen, die komt er dwars doorheen. Ik schreeuwde uit alle macht Héééé, hééééééééé’, toen scheerde er iets over het dak en bonkte het aan de andere kant. Ik schreeuwde:,, Ga weg, ga weg “, en toen was het voorbij. Ik zat trillend op de rand van mijn bed, en mijn hart bonkte in mijn keel. Ik dacht een mens die binnen wil komen maakt echt niet zoveel lawaai, dus moet het een groot beest geweest zijn.
Ik at wat nootjes en nam een slok water, en langzaam bekwam ik van de schrik. Wat het ook geweest was, ik had het weggejaagd, dat was zeker. Ik kon weer gaan slapen, wat ook goed lukte. De wekker liep 1 minuut nadat ik wakker werd af. Dat was 7 uur.
Isabel
Inderdaad was ik om 6 uur op, snel opgeschoten en spulletjes gepakt. Ik was natuurlijk wel weer een van de laatste, maar kreeg weer hulp, zodat ook ik op tijd aan het ontbijt zat. Aldoor weer lekker en voedzaam met gebakken worst, en gekookte eitjes, koffie of thee.
Dan werd alles weer ingeladen, en we waren weer op weg. Soms reden we gewoon dwars door het veld. De wegen waren eigenlijk gewoon maar sporen. Hier en daar zagen we skeletten van dieren als getuigen van het harde leven. (In de winter 40 graden onder 0).
We stopten bij een ruïne van een Budistisch klooster, dat door de Stalinisten was vernield. Hier zag je verschillende stijlen door elkaar, Chinees en Mongools. Er stond ook een ger, waar 3 kindjes uitkwamen. De kleinste alleen in een hemdje, ze bibberde wel een beetje. Er kwam een jong kameeltje bij, die beschermend achter de kinderen ging staan. Hij keek ons heel nadrukkelijk aan. Er kwamen nog 2 jongetjes bij, iedereen kreeg een snoepje en weg waren ze weer.
Er stond nog een gebouw, waar veel stenen uit waren gevallen, zo kon je goed zien hoe dat allemaal had gezeten. Verder rijdend kwamen we bij een kolen mijn, waar iedere Mongoolse inwoner, kolen voor eigen gebruik, van de berg mocht weghalen. Je kon de kool zo in de bergwand zien zitten.
We kwamen bij een dorp, met een school en winkeltjes, dat zag je eerst niet. In een flink huis zaten 4 verschillende winkeltjes, die van alles verkochten, een soort waren huis in het klein.
We maakten gelukkig wel korte stops tussendoor, waarbij we dan telkens iets bijzonders zagen, zoals een gekleurde hagedis of echte kamelen met 2 bulten. En dan was het weer tijd voor de lunch, waar ook de chauffeur aan meewerkte. Vandaag zou het een langere rit worden, dus veel tijd om te eten kregen we niet. Voor mij was dat wel eens lastig, want ik ben een langzame eetster.
Soms was er een plasstop, en in velden of wegen geen struik of steen te bekennen. Ik ging maar achter de auto zitten, en zei, wie kijkt moet een euro betalen. Sommige liepen mijlen ver om een plekje te vinden. Ja, en dan reed je later langs allemaal bosjes en struiken en zelfs een boomgaard, waar Kees in aanbidding voor een inderdaad hele mooie boom stond. Als je in de verte een auto of een busje zag rijden, hing er altijd een grote stofwolk achteraan. Wij waren af en toe ook het tweede busje kwijt, en dan werkte ook hun mobilofoon niet. Gelukkig vonden ze elkaar altijd weer terug. Het volgende oponthoud was bij de zandduinen. Hele hogen zandbergen, waar we natuurlijk bovenop moesten komen. De Duitsers kwamen er ook bij. Die konden we mooi van boven af bekijken. De 2 reisbegeleiders hadden ook zo hun onderonsje daar boven op die berg. Toen kwamen we bij onze slaapplaats, Het is net een camping, maar dan met gers inplaats van tenten, ieder kreeg een eigen ger, ik nr. 40. Zo schattig roze beschilderd. Onze maaltijd werd wel in het restaurant geserveerd. Dit maal met een glaasje wijn erbij. Daarna heerlijk mijn bedje ingedoken. Ik sliep heel snel, maar opeens hoorde ik mijn mobieltje en ik dacht dat het de wekker was. Ik sliep zo diep en was nog zo moe, dat ik naar het lichtknopje wankelde. Ik begreep niet, dat ik nog zo slaperig was, totdat ik de tijd zag, 1.45 Oh geen wonder dat ik nog zo moe was, ik dook snel mijn bed weer in. Maar het slapen lukte niet zo snel, ik lag net aan een filmpje te denken, waar een groot hert een man met een geweer aanviel. Toen er keihard tegen de tent werd gebonkt, ik dacht oh jee, een hert, dat wil naar binnen, die komt er dwars doorheen. Ik schreeuwde uit alle macht Héééé, hééééééééé’, toen scheerde er iets over het dak en bonkte het aan de andere kant. Ik schreeuwde:,, Ga weg, ga weg “, en toen was het voorbij. Ik zat trillend op de rand van mijn bed, en mijn hart bonkte in mijn keel. Ik dacht een mens die binnen wil komen maakt echt niet zoveel lawaai, dus moet het een groot beest geweest zijn.
Ik at wat nootjes en nam een slok water, en langzaam bekwam ik van de schrik. Wat het ook geweest was, ik had het weggejaagd, dat was zeker. Ik kon weer gaan slapen, wat ook goed lukte. De wekker liep 1 minuut nadat ik wakker werd af. Dat was 7 uur.
Isabel
zaterdag, januari 24, 2009
Dag 12 Woensdag 27-8-'08 Op weg in de Gobi Woestijn
12 Woesdag 27-8-’08 Op weg in de Gobi Woestijn
We vertrokken vroeg, en kwamen al snel buiten de stad, meteen zagen we verschillende Gers ( Mongoolse ronde tenten van hout en vilt) iedere Ger stond binnen een omheining van houten planken. Maar we zagen ook de mooiste roofvogels, een vosje, kleine muisjes, die snel hun holletje indoken. Het hobbelde behoorlijk. Met mijn kussentje achter mijn hoofd, viel ik aldoor in slaap, totdat we voor de lunch stopten, luxe hoor, tafels en stoeltjes kwamen te voorschijn. Een salade, gevolgd door soep, zoetige rijst met heerlijke stukjes vlees, en een mars of zoiets toe. Geweldig toch, thuis neem ik alleen een kopje koffie met een koekje. Wij stonden bij een soort meer, waar allerlei dieren kwamen drinken, hele kuddes geitjes, paarden, koeien en stieren. 1 Stier kwam recht op ons af, maar werd gelukkig door een cowboy weer naar de troep gedreven. Er liep ook een geitje aldoor heen en weer en blèrde heel hard, mamma waar ben je nou, die was echt zijn kudde kwijt. Erik en Nicolien hebben zich over hem ontfermd en hem een stuk verder met zijn familie verenigd.
Dan gingen we weer verder, hobbel de bobbel. Ik was blij dat ik mijn polsbandjes van de ANWB om had gedaan, anders was ik misschien ziek geworden.
Wij stopten bij een ruïne van een Budistisch klooster. Eerst naar boven geklauterd en alles wat er nog stond was een Dikke muur, dat kwam omdat de berg als natuurlijke wand was gebruikt. We klommen nog verder en van daar hadden we een prachtig uitzicht over de vlakte, eindeloos en verlaten. De Duitse Djosers kwamen ook kijken. Toen we weer wegreden stonden er best veel busjes bij elkaar. In eens kwam er een jeep aan rijden en sneed ons de weg af, er sprong een militair uit, die druk met zijn pistool zwaaide. De chauffeur en de Uyangka sprongen ook uit de auto, en er volgde een hevig twist gesprek, dat ik graag had willen vastleggen, maar daar ik niet in de gevangenis wilde komen noch met zijn pistool kennis wilde maken, heb ik dat maar niet gedaan. Wat bleek, er moest een soort belasting betaald worden, maar Uyangka zei dat hij dronken was. Maar eind goed al goed, er werd betaald en hij bood zowaar zijn verontschuldiging aan en groette ons daarna vriendelijk. Verder moesten we nog een flink stuk rijden.
We zouden op 1400 mtr. Hoogte de tenten opzetten, en daar ook eten. We moesten wel opschieten want het werd al donker. Alle tenten werden op ruime afstand van elkaar op gezet. Eigenlijk moesten we dat zelf doen, maar ik werd gelukkig geholpen, want ik had echt geen notie hoe dat ging. Het zijn goede en makkelijk op te zetten tentjes. Rondom ons waren overal grote keien, zodat iedereen zijn eigen toiletje kon uitzoeken. Mijn slaapzak, die ik van Djoser geleend had was met dons gevuld, er zaten wel 2 gaatjes in, waar het dons uitvloog. Het ene gaatje met een veiligheids speldje gesloten de andere met draad en naald, anders leek het wel of ik een kip had geslacht. Onderhand stond ons diner al op tafel. Frietjes met rundvlees, een salade vooraf, en nog wat pasta erbij. Er is ook een kokkin mee, en ze kan er echt wat van.
We gingen allemaal vroeg slapen, want de volgende morgen om 7 uur ontbijt en dan moeten de tenten alweer ingepakt zijn.
Vannacht werd ik om 1 uur wakker, en markeerde mijn grens tussen 2 tenten, net als een wolf, met een plasje. Er stonden zoveel sterren aan de hemel als ik nog nooit gezien had, maar het was wel fris, dus dook ik maar weer snel mijn tentje in. Ik hoorde wel nog een heel snel naderend, vreemd geluid. Ik dacht een grote bus of truc. Iedereen had dat gehoord. De een dacht dat het een motor was, de ander dacht een squad, maar het bleek een konvooi van grote trucs te zijn geweest, die onze plek passeerden.
We vertrokken vroeg, en kwamen al snel buiten de stad, meteen zagen we verschillende Gers ( Mongoolse ronde tenten van hout en vilt) iedere Ger stond binnen een omheining van houten planken. Maar we zagen ook de mooiste roofvogels, een vosje, kleine muisjes, die snel hun holletje indoken. Het hobbelde behoorlijk. Met mijn kussentje achter mijn hoofd, viel ik aldoor in slaap, totdat we voor de lunch stopten, luxe hoor, tafels en stoeltjes kwamen te voorschijn. Een salade, gevolgd door soep, zoetige rijst met heerlijke stukjes vlees, en een mars of zoiets toe. Geweldig toch, thuis neem ik alleen een kopje koffie met een koekje. Wij stonden bij een soort meer, waar allerlei dieren kwamen drinken, hele kuddes geitjes, paarden, koeien en stieren. 1 Stier kwam recht op ons af, maar werd gelukkig door een cowboy weer naar de troep gedreven. Er liep ook een geitje aldoor heen en weer en blèrde heel hard, mamma waar ben je nou, die was echt zijn kudde kwijt. Erik en Nicolien hebben zich over hem ontfermd en hem een stuk verder met zijn familie verenigd.
Dan gingen we weer verder, hobbel de bobbel. Ik was blij dat ik mijn polsbandjes van de ANWB om had gedaan, anders was ik misschien ziek geworden.
Wij stopten bij een ruïne van een Budistisch klooster. Eerst naar boven geklauterd en alles wat er nog stond was een Dikke muur, dat kwam omdat de berg als natuurlijke wand was gebruikt. We klommen nog verder en van daar hadden we een prachtig uitzicht over de vlakte, eindeloos en verlaten. De Duitse Djosers kwamen ook kijken. Toen we weer wegreden stonden er best veel busjes bij elkaar. In eens kwam er een jeep aan rijden en sneed ons de weg af, er sprong een militair uit, die druk met zijn pistool zwaaide. De chauffeur en de Uyangka sprongen ook uit de auto, en er volgde een hevig twist gesprek, dat ik graag had willen vastleggen, maar daar ik niet in de gevangenis wilde komen noch met zijn pistool kennis wilde maken, heb ik dat maar niet gedaan. Wat bleek, er moest een soort belasting betaald worden, maar Uyangka zei dat hij dronken was. Maar eind goed al goed, er werd betaald en hij bood zowaar zijn verontschuldiging aan en groette ons daarna vriendelijk. Verder moesten we nog een flink stuk rijden.
We zouden op 1400 mtr. Hoogte de tenten opzetten, en daar ook eten. We moesten wel opschieten want het werd al donker. Alle tenten werden op ruime afstand van elkaar op gezet. Eigenlijk moesten we dat zelf doen, maar ik werd gelukkig geholpen, want ik had echt geen notie hoe dat ging. Het zijn goede en makkelijk op te zetten tentjes. Rondom ons waren overal grote keien, zodat iedereen zijn eigen toiletje kon uitzoeken. Mijn slaapzak, die ik van Djoser geleend had was met dons gevuld, er zaten wel 2 gaatjes in, waar het dons uitvloog. Het ene gaatje met een veiligheids speldje gesloten de andere met draad en naald, anders leek het wel of ik een kip had geslacht. Onderhand stond ons diner al op tafel. Frietjes met rundvlees, een salade vooraf, en nog wat pasta erbij. Er is ook een kokkin mee, en ze kan er echt wat van.
We gingen allemaal vroeg slapen, want de volgende morgen om 7 uur ontbijt en dan moeten de tenten alweer ingepakt zijn.
Vannacht werd ik om 1 uur wakker, en markeerde mijn grens tussen 2 tenten, net als een wolf, met een plasje. Er stonden zoveel sterren aan de hemel als ik nog nooit gezien had, maar het was wel fris, dus dook ik maar weer snel mijn tentje in. Ik hoorde wel nog een heel snel naderend, vreemd geluid. Ik dacht een grote bus of truc. Iedereen had dat gehoord. De een dacht dat het een motor was, de ander dacht een squad, maar het bleek een konvooi van grote trucs te zijn geweest, die onze plek passeerden.
Trans Syberian Dag 11 Dinsdag 26-8-'08 Ulaan Bator
11 Dinsdag 26-8-’08 Ulaan Bator
Dit was de hoofdstad van Mongolië. Onze eerste indruk was niet bijzonder. De Mongolen waren wel een stuk vriendelijker dan de Russen.
Onze gids hier heet Ujancka en is een aardig meisje, zij spreekt Engels en leert voor tandarts. Ons hotel heette Dream hotel en was helemaal roze gekleurd. Gelukkig konden we meteen ontbijten, en daarna opfrissen. Er was een mooie badkamer, daar meteen maar even douchen, jakkie, alleen maar koud water. Ik naar beneden, waar mij beloofd werd, dat ik nu warm water zou hebben. En zowaar ik kon douchen. Het liefst was ik een paar uur gaan slapen, maar nee we moesten naar het Museum Naturalis. Dat wilde ik ook graag zien, en het was ook best mooi met al die Dinosaurus skeletten, die ze hier in de Gobi Woestijn gevonden hebben
Maar eerst gingen we een monument bekijken, 295 treden naar boven. Er stond een ijskoude wind, en die waaide dwars door mij heen. Ik ben tegen de muur gaan staan, en heb van de uitleg weinig gehoord. Alleen dat de Mongolen en de Russen bondgenoten waren. Ik was blij weer naar beneden te gaan. Daarna nog een tempel die weer gerestaureerd was en nu ook veel jonge monniken in de opleiding had. De stalinisten hadden in die tijd bijna alle tempels vernield. Er zijn er maar een paar aan hun vernielzucht ontkomen. Midden in de stad was een groot plein met grote gebouwen er om heen. Bij een van die gebouwen zat tussen de pilaren een heel groot beeld van Djenkis Khan. In de straten geen etalages zoals bij ons, maar grote schreeuwende reclame borden in allerlei kleuren. Gelukkig vonden we wel een groot warenhuis, waar ik een laken en een warm jack kon kopen, want dat was hard nodig.
Ik voelde me steeds beroerder, maar wilde toch mee naar het theater, waar oude Mongoolse dansen en muziek vertoond zouden worden. Kees had bij het verkeerde warenhuis staan wachten, en was toen in een taxi gestapt, die rondjes reed. Wij waren te laat voor de eerste voorstelling, dat werd dus de tweede. Dan konden we mooi voor die tijd nog eten, dat moest dan wel in een half uur gebeuren. Niet direct mijn idee, maar veel trek had ik toch niet. Bij het theater troffen we gelukkig Kees weer. Het was een mooie voorstelling met mooie meisjes, mooie kostuums en vreemde muziek. Drie super lenige meisjes, in mooie pakjes leken wel elastiek. Ik was blij dat ik was meegegaan. In het restaurant had ik wel een stapel servetjes meegenomen, maar die waren al op toen we thuiskwamen. Mijn neus leek wel een open kraan. Bij het theater had ik al een panadol van Kees gekregen. Met een grote kan heet water, en twee paracetamols, geprobeerd te slapen. Dat lukte niet zo goed, toch voelde ik me de volgende dag iets beter, en mijn loopneus was weer over. Dat was maar goed ook, want onze tocht door de Gobiwoestijn ging dan beginnen, en ik wilde toch echt mee.
Dit was de hoofdstad van Mongolië. Onze eerste indruk was niet bijzonder. De Mongolen waren wel een stuk vriendelijker dan de Russen.
Onze gids hier heet Ujancka en is een aardig meisje, zij spreekt Engels en leert voor tandarts. Ons hotel heette Dream hotel en was helemaal roze gekleurd. Gelukkig konden we meteen ontbijten, en daarna opfrissen. Er was een mooie badkamer, daar meteen maar even douchen, jakkie, alleen maar koud water. Ik naar beneden, waar mij beloofd werd, dat ik nu warm water zou hebben. En zowaar ik kon douchen. Het liefst was ik een paar uur gaan slapen, maar nee we moesten naar het Museum Naturalis. Dat wilde ik ook graag zien, en het was ook best mooi met al die Dinosaurus skeletten, die ze hier in de Gobi Woestijn gevonden hebben
Maar eerst gingen we een monument bekijken, 295 treden naar boven. Er stond een ijskoude wind, en die waaide dwars door mij heen. Ik ben tegen de muur gaan staan, en heb van de uitleg weinig gehoord. Alleen dat de Mongolen en de Russen bondgenoten waren. Ik was blij weer naar beneden te gaan. Daarna nog een tempel die weer gerestaureerd was en nu ook veel jonge monniken in de opleiding had. De stalinisten hadden in die tijd bijna alle tempels vernield. Er zijn er maar een paar aan hun vernielzucht ontkomen. Midden in de stad was een groot plein met grote gebouwen er om heen. Bij een van die gebouwen zat tussen de pilaren een heel groot beeld van Djenkis Khan. In de straten geen etalages zoals bij ons, maar grote schreeuwende reclame borden in allerlei kleuren. Gelukkig vonden we wel een groot warenhuis, waar ik een laken en een warm jack kon kopen, want dat was hard nodig.
Ik voelde me steeds beroerder, maar wilde toch mee naar het theater, waar oude Mongoolse dansen en muziek vertoond zouden worden. Kees had bij het verkeerde warenhuis staan wachten, en was toen in een taxi gestapt, die rondjes reed. Wij waren te laat voor de eerste voorstelling, dat werd dus de tweede. Dan konden we mooi voor die tijd nog eten, dat moest dan wel in een half uur gebeuren. Niet direct mijn idee, maar veel trek had ik toch niet. Bij het theater troffen we gelukkig Kees weer. Het was een mooie voorstelling met mooie meisjes, mooie kostuums en vreemde muziek. Drie super lenige meisjes, in mooie pakjes leken wel elastiek. Ik was blij dat ik was meegegaan. In het restaurant had ik wel een stapel servetjes meegenomen, maar die waren al op toen we thuiskwamen. Mijn neus leek wel een open kraan. Bij het theater had ik al een panadol van Kees gekregen. Met een grote kan heet water, en twee paracetamols, geprobeerd te slapen. Dat lukte niet zo goed, toch voelde ik me de volgende dag iets beter, en mijn loopneus was weer over. Dat was maar goed ook, want onze tocht door de Gobiwoestijn ging dan beginnen, en ik wilde toch echt mee.
vrijdag, januari 23, 2009
donderdag, januari 22, 2009
Trans Syberian Dag 10 Maandag 25-8-'08 Trein naar Mongolië
10 Maandag 25-8-’08 trein naar Mongolië
Het bedje was dit keer een beetje hard en ik lag maar te draaien. Om 8 uur er maar uit. Het landschap was glooiend met leuke dorpjes met aan beide kanten bergen op de achtergrond.
Het werd een dag van kleine stukjes rijden, en dan weer lang stilstaan.
Eerst werden we door de Russen gecontroleerd, waarbij we ook allerlei papieren moesten invullen. De coupé werd op smokkelwaar gecontroleerd. Alles was in orde, bij elkaar duurde dat wel 5 uur. Gelukkig waren er op het station hele mooie toiletten, want in de trein waren de toiletten, zolang als we stil stonden, afgesloten.
Ik ben eindelijk aan het puzzelen geslagen, had ik ze toch niet voor niets meegenomen. Je hing maar een beetje rond, of je lag op je bedje. Buiten was het koud en het regende. Sommige controleurs hadden grote petten op, die lijken dan heel wat. Hier had ik ook verse augurken gekocht, dat was ook de eerste keer dat ik die proefde.
Bij de Mongoolse grens werd het hele ritueel weer herhaald, paspoorten inleveren, briefjes invullen, coupé nakijken. Ook weer 2 uur stil staan en wachten. Ik ben maar gaan slapen. Je verloor het begrip van de tijd een beetje. Opeens reden we weer. We gingen bijtijds slapen, want de volgende morgen zouden we al vroeg in Ulaan Bator aankomen.
Het bedje was dit keer een beetje hard en ik lag maar te draaien. Om 8 uur er maar uit. Het landschap was glooiend met leuke dorpjes met aan beide kanten bergen op de achtergrond.
Het werd een dag van kleine stukjes rijden, en dan weer lang stilstaan.
Eerst werden we door de Russen gecontroleerd, waarbij we ook allerlei papieren moesten invullen. De coupé werd op smokkelwaar gecontroleerd. Alles was in orde, bij elkaar duurde dat wel 5 uur. Gelukkig waren er op het station hele mooie toiletten, want in de trein waren de toiletten, zolang als we stil stonden, afgesloten.
Ik ben eindelijk aan het puzzelen geslagen, had ik ze toch niet voor niets meegenomen. Je hing maar een beetje rond, of je lag op je bedje. Buiten was het koud en het regende. Sommige controleurs hadden grote petten op, die lijken dan heel wat. Hier had ik ook verse augurken gekocht, dat was ook de eerste keer dat ik die proefde.
Bij de Mongoolse grens werd het hele ritueel weer herhaald, paspoorten inleveren, briefjes invullen, coupé nakijken. Ook weer 2 uur stil staan en wachten. Ik ben maar gaan slapen. Je verloor het begrip van de tijd een beetje. Opeens reden we weer. We gingen bijtijds slapen, want de volgende morgen zouden we al vroeg in Ulaan Bator aankomen.
9 Zondag 24-8-’08 Irkutsk trein naar Ulaan Bator Mongolië
Zoals gedacht, met het ontbijt werd het niets en met de kerk nog minder. Dat broodje wat ik gisteren in de nachtwinkel had gekocht, kwam nu goed van pas. Lekker in de zon samen met José op dat mooie plein van Alexander de Grote, heb ik dat opgegeten. Een klein meisje skeelerde heel fanatiek tussen de duiven door, en hele zwermen mussen kwamen op mijn kruimeltjes af. We wilden nog wat inkopen doen, dus gingen we op zoek naar een pincet en handdoekjes. Het kostte wel wat moeite, maar het lukte. Het leek wel of dat iedereen aan het winkelen was en de meeste zaken waren ook gewoon open.
Bij Fiësta neergestreken voor koffie, en pizza, en José nam pannenkoekjes. En wat later weer voor Sushi’s, daar zagen we Jelle ook weer, en later Nicolien en Erik. Om 7 uur zouden we weer in het hotel zijn, want om half acht kwam de bus om ons naar het station te brengen. Het was echt een ontspannen middagje. We stelden wel vast, dat vooral de jeugd er modern uitzag. Ook hier was de naaldhak mode al doorgedrongen.
Onze bagage ging in de ene bus en wij in de andere. Het was weer een grote drukte bij het station. Onze Russische gids, ja Anne, zorgde dat we bij de goede trein kwamen. Deze keer zaten de Hollandse groep en de Duitse Djoser groep in de zelfde wagon. De 4 singles in het ene compartimenten de 2 stellen in het andere, gezellig naast elkaar. Toen we allemaal geinstaleerd waren, nog iets gegeten en ons slaapklaar gemaakt.
Kees werd om 12 uur jarig, maar die sliep al met zijn ooglapje voor. Dat ging natuurlijk niet. Wij hadden balonnen gekocht, die door de buurtjes werden opgeblazen. En ja hoor, om klokslag 12 uur ging de deur open en onder luid, lang zal ie leven, werden de balonnen naar binnen gegooid. Nou Kees werd wel wakker hoor. Hij kreeg chocolade en wodka, wat allemaal meteen weer opging. Er hing zelfs een slinger. De buren protesteerden, Het is hier geen pub hoor, maar een trein. Maar daarna keerde de rust weer en kon iedereen gaan slapen.
Isabel
Zoals gedacht, met het ontbijt werd het niets en met de kerk nog minder. Dat broodje wat ik gisteren in de nachtwinkel had gekocht, kwam nu goed van pas. Lekker in de zon samen met José op dat mooie plein van Alexander de Grote, heb ik dat opgegeten. Een klein meisje skeelerde heel fanatiek tussen de duiven door, en hele zwermen mussen kwamen op mijn kruimeltjes af. We wilden nog wat inkopen doen, dus gingen we op zoek naar een pincet en handdoekjes. Het kostte wel wat moeite, maar het lukte. Het leek wel of dat iedereen aan het winkelen was en de meeste zaken waren ook gewoon open.
Bij Fiësta neergestreken voor koffie, en pizza, en José nam pannenkoekjes. En wat later weer voor Sushi’s, daar zagen we Jelle ook weer, en later Nicolien en Erik. Om 7 uur zouden we weer in het hotel zijn, want om half acht kwam de bus om ons naar het station te brengen. Het was echt een ontspannen middagje. We stelden wel vast, dat vooral de jeugd er modern uitzag. Ook hier was de naaldhak mode al doorgedrongen.
Onze bagage ging in de ene bus en wij in de andere. Het was weer een grote drukte bij het station. Onze Russische gids, ja Anne, zorgde dat we bij de goede trein kwamen. Deze keer zaten de Hollandse groep en de Duitse Djoser groep in de zelfde wagon. De 4 singles in het ene compartimenten de 2 stellen in het andere, gezellig naast elkaar. Toen we allemaal geinstaleerd waren, nog iets gegeten en ons slaapklaar gemaakt.
Kees werd om 12 uur jarig, maar die sliep al met zijn ooglapje voor. Dat ging natuurlijk niet. Wij hadden balonnen gekocht, die door de buurtjes werden opgeblazen. En ja hoor, om klokslag 12 uur ging de deur open en onder luid, lang zal ie leven, werden de balonnen naar binnen gegooid. Nou Kees werd wel wakker hoor. Hij kreeg chocolade en wodka, wat allemaal meteen weer opging. Er hing zelfs een slinger. De buren protesteerden, Het is hier geen pub hoor, maar een trein. Maar daarna keerde de rust weer en kon iedereen gaan slapen.
Isabel
8 Zaterdag 23-8-’08 Irkutsk Excursie Baikalmeer
Lekker ontbijtje met een Russische salade. Vandaag zouden we op excursie gaan naar het Baikalmeer, met een Duits sprekende gids die Nina heette en haar kleinzoon van 9 jaar bij zich had.
Eerst gingen we naar het Openlucht Museum, waar allemaal houten huizen stonden, die waren gewoon verhuisd. Door de drie grote waterwerken ( Stuwdammen ), bij de rivier Angara, zouden ze anders onder water zijn gelopen. Er stonden ook een school en een kerk met grote omheiningen. We konden van binnen ook alles bekijken. Buiten zat een mevrouw met een harp en zong daar heel mooi bij. En natuurlijk waren daar de onafscheidelijke souvenir stalletjes, maar veel tijd hadden we daar niet voor, want we moesten weer verder.
Ik zat achterin, en vroeg of ik misschien nog een kansje had om voorin te komen zitten, en ik mocht naast de gids komen zitten. De Angara gaat over in het Baikal meer, dat het grootste zoetwater meer van de wereld is. Daar leven ook allerlei vreemde dieren, o.a. een klein soort zoet water zeehondjes, hele doorzichtige visjes, die op grote diepte kunnen leven en ik weet niet wat al meer. We kwamen bij een heel klein dorpje met een kerk waar de kindertjes werden gedoopt. Ik mocht niet filmen, maar heb dat voorzichtig toch gedaan. Daarna reden we naar een heel mooi punt, waar ik geloof heel Irkutsk samen was gekomen om te picknicken. Daar was een vis en een souvenir markt. Ik kocht een gerookte vis en een broodje met fijngehakte komkommer en tomaat er in. De vis peuterde ik samen met Linda op. Daar na wandelde ik met José verder een landweggetje in. Bijna bij ieder huis stond een rookkastje om vis te roken. Die vis kon je daar ook kopen, Toen we bij een prachtig uitzicht kwamen, waar we even op een bankje gingen zitten, realiseerde ik mij ineens dat ik mijn jasje nog op de stoel bij de markt had hangen. Wij renden terug, en zowaar het hing er nog. Bij het meer stond een stoere rus in zwembroek, hij liep een steigertje op en gleed door de gladheid bijna onderuit, en sprong in het ijskoude water. Op sommige punten is het meer 1800 meter diep. Het is qua oppervlakte net zo groot als heel Nederland. De zomer duurt er maar 2 á 3 maanden, en dan komt de natuur razend snel tot ontplooiing. Toen wij weer terug in de bus waren en net reden begon het te gieten. We waren toen vrij snel weer bij ons hotel.
We besloten om gezamenlijk te gaan eten, echt Russisch weliswaar in een hotel, maar in een nagebouwde hut. Het eten was lekker en de Spaanse wijn ook. Na het eten kwam de vraag, wie gaat er mee naar de Discotheek, ik sprong meteen op ja natuurlijk. Helaas deelde verder niemand dat enthousiasme met mij, en zo ging ik dus alleen met Jelle naar het Hotel waar de Duitse Djoser groep zat. Daar wachtten we op Claus en Florian, die ook mee zouden gaan. Ik heb toen een espresso genomen, waar ik heel fit van werd.
De Disco was heel groot, we werden wel goed gecontroleerd en mochten door. Er werd de gewone discomuziek gespeeld, met veel kleurige knipperlichten. Eerst de boel maar eens bekeken. Mijn 3 metgezellen vertoonden ook nog niet veel actie, dat duurde mij een beetje te lang en ik ben de dansvloer opgegaan en heb mij heerlijk uitgeleefd. Af en toe kwam er een jongen voor mij dansen, maar met al dat geknipper zagen ze toch niet zo goed, dat ik de disco leeftijd al ver voorbij was. Jelle kwam nu ook op de dansvloer, maar af en toe bekeek ik het hele gedoe maar weer eens van af de kant, om er dan maar weer tussen te duiken. Om drie uur begon de muziek in mijn hoofd te bonken, en dat was voor mij het sein om naar huis te gaan. Jelle stond net met een Russisch meisje te dansen. Dus zwaaide ik dat ik wegging, maar hij stond er op om mij minstens tot de deur te brengen. Dat kostte nog wat moeite bij de controle, maar uiteindelijk mocht dat. Hij vond wel dat ik een taxi moest nemen, ja goed hoor. Toen ik die mannetjes bij de Taxi’s bekeek, vond ik ze eigenlijk niet zo betrouwbaar er uit zien. In Amsterdam loop ik ook wel eens ’s nachts, dan kon ik dat hier zeker, dus ik ging lekker lopen. Onderweg kwam ik nog een broodjeszaak tegen, daar kocht ik nog een broodje voor de volgende ochtend, want dat ontbijt kon ik natuurlijk wel vergeten, en de kerk (was ik echt van plan) dus ook. Met flinke passen liep ik door en kwam veilig bij het Hotel aan. Het was toen tien voor vier. De wekker op elf uur gezet, want om twaalf uur moest ik uitchecken en ’s avonds weer op de trein.
Lekker ontbijtje met een Russische salade. Vandaag zouden we op excursie gaan naar het Baikalmeer, met een Duits sprekende gids die Nina heette en haar kleinzoon van 9 jaar bij zich had.
Eerst gingen we naar het Openlucht Museum, waar allemaal houten huizen stonden, die waren gewoon verhuisd. Door de drie grote waterwerken ( Stuwdammen ), bij de rivier Angara, zouden ze anders onder water zijn gelopen. Er stonden ook een school en een kerk met grote omheiningen. We konden van binnen ook alles bekijken. Buiten zat een mevrouw met een harp en zong daar heel mooi bij. En natuurlijk waren daar de onafscheidelijke souvenir stalletjes, maar veel tijd hadden we daar niet voor, want we moesten weer verder.
Ik zat achterin, en vroeg of ik misschien nog een kansje had om voorin te komen zitten, en ik mocht naast de gids komen zitten. De Angara gaat over in het Baikal meer, dat het grootste zoetwater meer van de wereld is. Daar leven ook allerlei vreemde dieren, o.a. een klein soort zoet water zeehondjes, hele doorzichtige visjes, die op grote diepte kunnen leven en ik weet niet wat al meer. We kwamen bij een heel klein dorpje met een kerk waar de kindertjes werden gedoopt. Ik mocht niet filmen, maar heb dat voorzichtig toch gedaan. Daarna reden we naar een heel mooi punt, waar ik geloof heel Irkutsk samen was gekomen om te picknicken. Daar was een vis en een souvenir markt. Ik kocht een gerookte vis en een broodje met fijngehakte komkommer en tomaat er in. De vis peuterde ik samen met Linda op. Daar na wandelde ik met José verder een landweggetje in. Bijna bij ieder huis stond een rookkastje om vis te roken. Die vis kon je daar ook kopen, Toen we bij een prachtig uitzicht kwamen, waar we even op een bankje gingen zitten, realiseerde ik mij ineens dat ik mijn jasje nog op de stoel bij de markt had hangen. Wij renden terug, en zowaar het hing er nog. Bij het meer stond een stoere rus in zwembroek, hij liep een steigertje op en gleed door de gladheid bijna onderuit, en sprong in het ijskoude water. Op sommige punten is het meer 1800 meter diep. Het is qua oppervlakte net zo groot als heel Nederland. De zomer duurt er maar 2 á 3 maanden, en dan komt de natuur razend snel tot ontplooiing. Toen wij weer terug in de bus waren en net reden begon het te gieten. We waren toen vrij snel weer bij ons hotel.
We besloten om gezamenlijk te gaan eten, echt Russisch weliswaar in een hotel, maar in een nagebouwde hut. Het eten was lekker en de Spaanse wijn ook. Na het eten kwam de vraag, wie gaat er mee naar de Discotheek, ik sprong meteen op ja natuurlijk. Helaas deelde verder niemand dat enthousiasme met mij, en zo ging ik dus alleen met Jelle naar het Hotel waar de Duitse Djoser groep zat. Daar wachtten we op Claus en Florian, die ook mee zouden gaan. Ik heb toen een espresso genomen, waar ik heel fit van werd.
De Disco was heel groot, we werden wel goed gecontroleerd en mochten door. Er werd de gewone discomuziek gespeeld, met veel kleurige knipperlichten. Eerst de boel maar eens bekeken. Mijn 3 metgezellen vertoonden ook nog niet veel actie, dat duurde mij een beetje te lang en ik ben de dansvloer opgegaan en heb mij heerlijk uitgeleefd. Af en toe kwam er een jongen voor mij dansen, maar met al dat geknipper zagen ze toch niet zo goed, dat ik de disco leeftijd al ver voorbij was. Jelle kwam nu ook op de dansvloer, maar af en toe bekeek ik het hele gedoe maar weer eens van af de kant, om er dan maar weer tussen te duiken. Om drie uur begon de muziek in mijn hoofd te bonken, en dat was voor mij het sein om naar huis te gaan. Jelle stond net met een Russisch meisje te dansen. Dus zwaaide ik dat ik wegging, maar hij stond er op om mij minstens tot de deur te brengen. Dat kostte nog wat moeite bij de controle, maar uiteindelijk mocht dat. Hij vond wel dat ik een taxi moest nemen, ja goed hoor. Toen ik die mannetjes bij de Taxi’s bekeek, vond ik ze eigenlijk niet zo betrouwbaar er uit zien. In Amsterdam loop ik ook wel eens ’s nachts, dan kon ik dat hier zeker, dus ik ging lekker lopen. Onderweg kwam ik nog een broodjeszaak tegen, daar kocht ik nog een broodje voor de volgende ochtend, want dat ontbijt kon ik natuurlijk wel vergeten, en de kerk (was ik echt van plan) dus ook. Met flinke passen liep ik door en kwam veilig bij het Hotel aan. Het was toen tien voor vier. De wekker op elf uur gezet, want om twaalf uur moest ik uitchecken en ’s avonds weer op de trein.
woensdag, januari 21, 2009
7 Vrijdag 22-8-’08 Irkutsk
Gisteravond maakte de trein veel meer lawaai dan gewoonlijk. Het leek wel of twee wagons aldoor op elkaar botste, en ik kon niet inslapen dan pas veel later, en om vijf uur was ik al weer wakker. Toch maar tot half zeven blijven liggen, en toen maar gaan rommelen. Alles vast klaar leggen, pilletjes innemen, dekens opvouwen, en ontbijten met brood worst en thee. ’t Kleine meisje stapte eerder uit en kwam nog even afscheid nemen. Toen was het ook voor ons tijd, Irkutsk here we come. Daar stond Anna, een blond Russisch meisje, die onze plaatselijke hulp was, al te wachten. Met een kleine bus werden we naar een groot hotel gebracht. Om 1 uur spraken José, Jelle en ik af om de stad in te gaan. We hadden net genoeg tijd om ons een beetje op te frissen. Ik was best moe, maar dorst niet te gaan liggen, dan zou ik misschien in slaap vallen. Dus wandelde ik mee. We zagen veel oude houten huizen die zowat in elkaar stortten, jammer hoor. Eens moesten die prachtig zijn geweest. Daar tussen stonden weer groten stenen gebouwen. Gelukkig hadden we allemaal een beetje honger, ik wilde een espresso met een stuk taart, en zij een pizza. Mijn arme benen, vier dagen alleen maar heen en weer gelopen tussen de restauratie wagen en onze coupé, en nu zomaar een hele wandeling. Ze protesteerden dan ook wel. We liepen een warenhuis binnen, dat net als in Maleisië uit allemaal kleine winkeltjes bestond.
Op de terugweg kwamen we wel vier bruidjes tegen, en een hele lange witte limousine.
Een heel plein vol met vlaggen zwaaiende jongeren, die van een sport federatie waren of een politieke partij, dat was mij niet helemaal duidelijk, hoewel ik wel een mooi blaadje kreeg waar een heleboel opstond, in het Russisch. De Russische vlag heeft de zelfde kleuren als de Nederlandse vlag, alleen een andere volgorde, wit blauw rood.
We liepen nog een stuk langs de rivier, en kwamen zo weer vlak bij ons hotel uit. Toen wilde ik alleen nog maar slapen. Tot zeven uur had ik de tijd, want dan gingen we eten. Onze twee stelletjes hadden we niet meer gezien, die waren ook blij, dat ze weer eens alleen met elkaar konden zijn.
Ik heb heerlijk ander half uur geslapen. Maar toen moesten we weer lopen om een restaurant te vinden. Jelle wist wel iets, het was een heel leuk restaurant, één probleempje, de kaart was alleen in het Russisch. Gelukkig brachten de kopie’s die Jelle gemaakt had, van allerlei Russische gerechten, uitkomst, en konden we iets bestellen. Ook het tafeltje naast ons, waar Fransen zaten, werd daarmee geholpen. Het was allemaal erg lekker.
Toen we weer naar huis wandelden, kwamen we langs drie etalages, waar in iedere etalage een beeldschoon meisje in luchtige kleding met veel goud en glitter stond te dansen. Ze deden dat heel leuk, maar we zijn toch maar niet naar binnen gegaan. Daarna kwamen we bij het plein aan de rivier, waar nu een waterorgel te zien was, fonteinen van water in verschillende kleuren. Het was niet meer zo koud als vanmorgen, maar wel fris. In het hotel waren ook allemaal pooltafels, waar druk gebruikt van werd gemaakt, maar wij gingen naar onze kamers, morgen negen uur ontbijt.
Gisteravond maakte de trein veel meer lawaai dan gewoonlijk. Het leek wel of twee wagons aldoor op elkaar botste, en ik kon niet inslapen dan pas veel later, en om vijf uur was ik al weer wakker. Toch maar tot half zeven blijven liggen, en toen maar gaan rommelen. Alles vast klaar leggen, pilletjes innemen, dekens opvouwen, en ontbijten met brood worst en thee. ’t Kleine meisje stapte eerder uit en kwam nog even afscheid nemen. Toen was het ook voor ons tijd, Irkutsk here we come. Daar stond Anna, een blond Russisch meisje, die onze plaatselijke hulp was, al te wachten. Met een kleine bus werden we naar een groot hotel gebracht. Om 1 uur spraken José, Jelle en ik af om de stad in te gaan. We hadden net genoeg tijd om ons een beetje op te frissen. Ik was best moe, maar dorst niet te gaan liggen, dan zou ik misschien in slaap vallen. Dus wandelde ik mee. We zagen veel oude houten huizen die zowat in elkaar stortten, jammer hoor. Eens moesten die prachtig zijn geweest. Daar tussen stonden weer groten stenen gebouwen. Gelukkig hadden we allemaal een beetje honger, ik wilde een espresso met een stuk taart, en zij een pizza. Mijn arme benen, vier dagen alleen maar heen en weer gelopen tussen de restauratie wagen en onze coupé, en nu zomaar een hele wandeling. Ze protesteerden dan ook wel. We liepen een warenhuis binnen, dat net als in Maleisië uit allemaal kleine winkeltjes bestond.
Op de terugweg kwamen we wel vier bruidjes tegen, en een hele lange witte limousine.
Een heel plein vol met vlaggen zwaaiende jongeren, die van een sport federatie waren of een politieke partij, dat was mij niet helemaal duidelijk, hoewel ik wel een mooi blaadje kreeg waar een heleboel opstond, in het Russisch. De Russische vlag heeft de zelfde kleuren als de Nederlandse vlag, alleen een andere volgorde, wit blauw rood.
We liepen nog een stuk langs de rivier, en kwamen zo weer vlak bij ons hotel uit. Toen wilde ik alleen nog maar slapen. Tot zeven uur had ik de tijd, want dan gingen we eten. Onze twee stelletjes hadden we niet meer gezien, die waren ook blij, dat ze weer eens alleen met elkaar konden zijn.
Ik heb heerlijk ander half uur geslapen. Maar toen moesten we weer lopen om een restaurant te vinden. Jelle wist wel iets, het was een heel leuk restaurant, één probleempje, de kaart was alleen in het Russisch. Gelukkig brachten de kopie’s die Jelle gemaakt had, van allerlei Russische gerechten, uitkomst, en konden we iets bestellen. Ook het tafeltje naast ons, waar Fransen zaten, werd daarmee geholpen. Het was allemaal erg lekker.
Toen we weer naar huis wandelden, kwamen we langs drie etalages, waar in iedere etalage een beeldschoon meisje in luchtige kleding met veel goud en glitter stond te dansen. Ze deden dat heel leuk, maar we zijn toch maar niet naar binnen gegaan. Daarna kwamen we bij het plein aan de rivier, waar nu een waterorgel te zien was, fonteinen van water in verschillende kleuren. Het was niet meer zo koud als vanmorgen, maar wel fris. In het hotel waren ook allemaal pooltafels, waar druk gebruikt van werd gemaakt, maar wij gingen naar onze kamers, morgen negen uur ontbijt.
Abonneren op:
Posts (Atom)